maandag 25 juli 2016

Grijs worden .....

In de stoel bij de kapper kwam het deze week tot een gesprek over ouder worden. De aanleiding was helder : mijn eens zo weelderige rode lokken zijn inmiddels ietwat vergane glorie, waarin de doffe witte haren in toenemende mate terrein winnen. Lang heb ik dat kunnen verbergen maar toen zoon-lief nog niet zo lang geleden naast me op de bank zat en mijn dag verblijdde met de woorden : “Jezus mam, wat wordt jij grijs !”, leek een gesprek over kleurspoelingen ineens geen overbodige luxe.

Toegegeven, ik zag het natuurlijk al van verre aankomen. Het lijf gaat inmiddels 52 jaar mee en dan mag je zelfs van de strakste Mercedes verwachten dat de carrosserie hier en daar gaat bladderen. Maar toch … het valt altijd wat tegen als het over je eigen lijf en leden gaat. 
Als je net 20 bent dan ben je daar natuurlijk niet zo mee bezig.  Alles hangt nog daar waar je het hebben wilt dus huppel je vrolijk door het leven en maak je je niet zo druk over “later”. Dat is nog ver weg en meer iets voor je moeder. Je smeert eens dagcrème als het zo uitkomt in het volle vertrouwen dat je gladde, satijnen huid eeuwig glad en satijn zal blijven. Rimpels zijn iets voor oma’s. Ja, als je straks oud bent (35 of zo) dan zal je daar wel eens over nadenken. Dan heb je nog tijd genoeg voor anti-rimpel crèmes en cellulitis smeersels. Maar nu nog even niet.

Jaren later, als je 2 of 3  stuks nageslacht op de wereld hebt gezet, je buik alle vorm van stevigheid heeft opgegeven en de wallen onder je ogen tegen de binnenkant van je bril aan rusten, bekijk je de zaken al van een heel andere kant. “Redden wat er nog te redden valt” is dan het devies. Je vliegt naar de drogist voor advies en wonderzalf, waar je een strak, 19 jarig verkoopstertje treft die je het schap wijst voor “de rijpere huid”. Bij de meeste van ons valt dan het kwartje wel en weten we dat  de ommekeer in gang is gezet maar sommige blijven zelfs dan nog hardnekkig vasthouden aan het idee dat we nog jong zijn en  nog kunnen feesten tot de zon op komt. “Tuurlijk… “ zeggen we dan…. “we zijn geen 18 meer dus slapen we een uurtje langer door”. Maar ja, dat nageslacht wil aandacht en heeft geen last van een ochtendhumeur dus kom je al snel tot de conclusie dat de combinatie kinderen en feesten niet ideaal is. En op een dag ontdek je dat je al moe wordt van het idee dat je tot 1 uur ’s nachts wakker moet blijven voor een verjaardag. Pfffttt …….

Ergens na je 40ste komt er een dag dat je jezelf voor het eerst in een gesprek de term “de jeugd van tegenwoordig” hoort gebruiken. Of (misschien nog wel erger) “toen ik nog jong was…”. 
Bij een winkelbezoek wordt je inmiddels steevast met “mevrouw” aangesproken en ondanks dat je daar op je 34ste  nog smakelijk om moest lachen ben je er inmiddels zo aangewend dat het eerder raar is als men “jij’ tegen je zegt. De sportschool bezoek je alleen nog voor de gezelligheid en je vecht allang niet meer tegen die extra kilo’s op de heupen maar je koopt de broeken gewoon een maatje groter.  

Maar toch blijft het lastig als je, alleen en voor de spiegel in de badkamer, het bekende lijf bekijkt dat je al die jaren trouw dient. Je wordt je er elk jaar meer van bewust wat een wonder het is alles zonder grote problemen blijft doen wat het moet doen. Om je heen hoor je verhalen van dierbaren waarbij dat anders is. Mensen van je eigen leeftijd die vechten tegen ziektes of handicaps.  Je voelt best wel eens een pijntje en dan schiet het wel eens door je hoofd  “...het zal toch niet …?”.

Naarmate je dichter bij de leeftijd komt die een dierbare niet meer haalde ben je je ook in toenemende mate bewust van het geluk dat jou buik kán hangen, dat je rimpels in je gezicht mág hebben en dat je haar grijs mág worden. Mijn eigen oma van moeders kant werd slechts 48 en toen ik zelf die leeftijd had was ik me daar akelig van bewust. Dan zijn die rimpels bij mijn ogen een zegen en koester ik de uitzakkende kaaklijn. Wat die betekenen immers dat ik ouder wordt. Dat ik ouder MAG worden.



De kapster was het overigens helemaal met mij eens dat de vergrijzing van mijn haar dan wel MAG maar zeker niet HOEFT en zou mij adviseren over een kleurspoeling. Vol overgave  stortte zij zich op de taak mij een kleur aan te meten die mij er jaren jonger zou laten uit zien. Het kleuren-boek dat ze me toonde was prachtig hoor, daar niet van. Maar naarmate ze gezellig babbelde over de combinatie van herfst-bruin en kastanje-rood, en elke 6 weken bijwerken en…… bla…bla…bla…. keek ik nog eens in de spiegel en bedacht me dat wel goed was zo. De prijslijst die de kapster me toonde trok me definitief over de streep. “Wel prijzig” …. (het was net of ik mijn moeder hoorde praten) “Ik denk er nog even over”. Ik betaalde de knipbeurt en liep naar buiten, de zon in. Wat een geld voor een beetje schijn-jeugd. Weet je, bedacht ik me, ik ga dat geld toch elke 6 weken apart zetten. En dan ga ik daarvan niet mijn haar opleuken maar mijn humeur. Wat leuks doen met mijn zoon en zus. Genieten van het leven. (Bijna) grijs en happy. Lijkt me een zoveel beter plan…..




dinsdag 5 juli 2016

Ladekast

In mijn  dagelijkse routine van huis naar het werk stond ik vanochtend op een bijzonder druk kruispunt voor een rood stoplicht te wachten. Het verkeer om mij heen wachtte braaf mee en zoals dat vaak gaat, dwaalde mijn gedachten af naar de dag die voor me lag, toen ik plotseling schuin voor me op een fiets de rug van mijn vader herkende. Dat is bijzonder vreemd aangezien mijn vader al 10 jaar geleden het tijdelijke voor het eeuwige heeft verruild, dus mijn aandacht was direct gewekt. 

Ik kon niet verder optrekken en was dus afhankelijk van de man op de fiets om zich om te draaien. Omdat toeteren zeer waarschijnlijk tot gevolg zou hebben dat de auto voor mij, in de veronderstelling een groen licht te hebben gemist, verschrikt door rood zou optrekken, leek me dat even geen optie. De man op de fiets groette een langsfietsende kennis en zelfs het handgebaar, merkte ik op, was dat van mijn vader. Inmiddels kreeg mijn hoofd de locatie, de leeftijd van de fietser en de gelijkenis op een rijtje en bleek de fietser mijn vaders jongste broer te zijn.  Ik was te ver van hem verwijderd voor een begroeting en toen het fietsersstoplicht groen gaf zag ik hem voor mij uit weg rijden. Zijn route was een andere dan de mijne dus ik liet het erbij. Ook ik kreeg groen licht en vervolgde mijn route naar het werk. Het korte moment van herkenning van mijn vader bleef echter in mijn hoofd spoken. Het overlijden van een naaste is behoorlijk ingrijpend en niet iets dat je even over het hoofd ziet. Toch had mijn brein even tijd nodig om zich te realiseren dat het niet op 1 lijn zat met wat mijn ogen registreerde. 

Jaren geleden heb ik iets soortgelijks mee gemaakt toen ik op straat mijn beste vriendin voor me uit zag lopen. Heel enthousiast riep ik haar naam maar ze was vermoedelijk verder weg dan gedacht want ze hoorde me niet. Nog eens, nu iets harder, riep ik haar naam en diverse mensen keken om maar mijn vriendin liep stug door. Ik holde vooruit en greep haar bij haar arm. “Jij hoort ook niks…” zei ik nog en de dame draaide zich om en vertoonde een mij totaal vreemd gezicht. De schok van het vreemde gezicht bij het bekende lijf had seconden nodig om mijn hersenen te bereiken. De dame trok zich los en ik stamelde een excuus. Om mij heen klonk gegniffel en enigszins beschaamd vervolgde ik mijn pad.  Ik herinner me dat ik ook toen verbaasd was over hoe je hersenen je voor de gek kunnen houden. Want ik had toch durven zweren dat ……... tja. 

Iemand vergeleek ooit je hersenen met een grote lade kast met daarin duizenden, wat zegt ik… miljoenen laadjes. Alles wat je meemaakt en alles dat je ervaart verdwijnt in zijn eigen laadje.
Sommige laadjes staat continue open en anderen zitten dicht. Veel herinneringen zitten zo logisch in de kast dat je snel en zonder aarzelen het juiste laadje open trekt. Maar soms sta je voor je eigen kast te kijken met het idee …”ik had het wel… maar waar ?”.  


Die ladekast werkt niet bij iedereen even goed. Mijn jongste zusje heeft, met haar verstandelijke beperking, volgens mij laadjes die klemmen. De laadjes zijn er wel, de informatie zit er in maar ze krijgt ze gewoon niet open. Als je haar tegenkomt op een plek waar ze je niet verwacht dan duurt het soms een half minuutje voor ze het juiste laadje open heeft en je herkent. In dat halve minuutje wachttijd staan haar ogen leeg en reageert ze bijna niet. Dan bedenk ik me altijd maar dat ze gewoon even aan de laadjes staat te rammelen…… maar als het laadje open schiet, is de herkenning enthousiast en ontvang je als dank een dikke knuffel !

Mijn eigen brein heeft klaarblijkelijk vanochtend het laadje “vader” op een kier gezet toen ik even niet keek. De familiegelijkenis tussen mijn vader en mijn oom deed de rest. En zo kom je tot het opmerkelijke idee dat ik echt even, vanochtend daar bij dat kruispunt, mijn vader zag fietsen. Fijn. Ik heb in gedachten maar even gezwaaid. Naar mijn vader en naar mijn oom, toen hij doorfietste naar zijn eigen bestemming. En ik ging naar het werk terwijl ik het laadje “vader” voorzichtig weer dicht schoof in mijn hoofd …….


zaterdag 27 februari 2016

Huishoudbeurs

Huishoudelijk gezien hadden onze oma’s een heel ander leven dan wij nu. We vergeten wel eens hoe kort het eigenlijk allemaal geleden is dat de wasmachine werd uitgevonden. Mijn oma moest in een tobbe wassen en alles met de hand door een wringer halen. Mijn moeder had het jaren later al een stuk makkelijker met een losse centrifuge naast haar wasmachine. Ook in mijn jeugd was maandag wasdag en als je dan klaar was op school en op weg naar huis om je heen keek dan hingen de tuinen vol met wapperende onderbroeken en lakens. Het was een gewoon beeld waar niemand van op keek. Nu we gezegend zijn met volautomatische wasmachines en drogers die je was in een uurtje droogblazen is dat straatbeeld verdwenen. Een was rekje uit het raam zie je weinig meer en onderbroeken hangen we daar al helemaal niet meer op. Die gaan veilig in de droger of binnen op en rekje. En soms vind ik het best jammer dat we niet meer buiten drogen. Wat eerlijk is eerlijk, niets is er fijner dan de geur van lakens op je bed die ’s middags in de wind zijn gedroogd. Die geur krijg je niet uit een flesje. En de geuren die wel in een flesje zitten die vind ik vaak weer niet fijn. De door Chantal Janzen zo gezellig aangeprezen Zwitsalgeur in je wasmiddel hoort wat mij betreft op een baby en niet aan mijn lakens.

Toch merk je, nu de taakverdeling binnen het gemiddelde huishouden ernstig verschoven is, dat we misschien niet eens meer echte huisvrouwen zijn. Door al het gebruiksgemak van al die apparaten zijn we onze overgebleven tijd anders gaan invullen. Carrières en baantjes, lunchen met vriendinnen en kringloopwinkels afstruinen vult onze dag en qua schoonmaak doen we dan zo vlak voor het avond eten nog even een stofzuigertje door de tent. We raffelen de zuiger er even door en de hoekjes komen volgende week wel aan de beurt. Zo niet onze moeders. Zij hadden hun handen vol aan de schoonmaak. Maar met de komst van steeds meer apparaten werd hun leven in de jaren ’50-’60 steeds aangenamer.
In 1955 bedacht iemand dat het wellicht leuk en rendabel zou zijn om voor de huisvrouw van de jaren ’50 een evenement te bedenken waarin al die nieuwe ontwikkelingen gepresenteerd konden worden. Een gezellige beurs waarin de moderne huisvrouw alle nieuwe ontwikkelingen op 1 plek bij elkaar had.
De Huishoudbeurs was geboren.

Nou snapt u uit het bovenstaande wel dat ik zelf een huisvrouw van niks ben. Door mijn ramen kun je niet heen kijken van het vuil, de spinnenwebben deinen zachtjes in de  hoeken van de kamer heen en weer en de was van de hele week moet nog gevouwen. Het ligt in een onoverzichtelijke hoop op mijn onopgemaakte bed te wachten tot ik achter mijn computer vandaag kruip. Ik ben bang dat het er nog wel even ligt.
Maar ondank dat mijn huishoudelijk gevoel mij nog wel eens in de steek laat,  heb ook ik zo eens in de zoveel jaar bijzonder veel zin in de huishoudbeurs. Een avondje vind ik voldoende voor zo’n beurs dus na een haastig naar binnen geschoven avondmaal liet ik de afwas voor mijn zoon en toog ik met mijn zus richting Amsterdam. Gezellig. 
In de auto konden we al lekker bijkletsen en bij de Rai sluiten we aan bij de massa mensen die voetje voor voetje door de entre schuifelt. Afgaande op de enorme hoeveelheid vrouwen in de hal wonen wij in een bijzonder huishoudelijk landje. We krijgen een opvouwbaar plattegrondje en we schuifelde de FOOD-hal in, een walhalla voor elke Nederlander waar je  van alles kunt proeven. Er wordt gekookt en gebakken, sapjes geperst en snoepjes gedeeld. Bij de stands waar gekookt wordt komen heerlijkste geuren vrij en de dames staat 3 rijen dik te wachten op een gratis proefbordje. Alsof ze in jaren niets gegeten hebben wringen de dames zich naar voren en stortten zich op het voedsel.  Muslirepen, ovenbitterballen, dropjes, tauge gerechten, chocolade en opnieuw ovenbitterballen…. Binnen 10 minuten tijd krijg je voldoende variatie om de rest van de  avond misselijk te zijn. En bij elk proeverijtje krijg je een plastic bakje, lepeltje en servetje. En dan blijkt hoe huishoudelijk we zijn want al die bakjes en etensrestjes belanden vervolgens op de grond. De grote prullenbakken ten spijt laat menig beursganger, zodra het eten op is, alles uit haar handen vallen om zich naar de volgende stand te snellen. In de DRINKS-hal ernaast is het al niet veel anders. Ook hier mag je gratis proeven van de diverse dranken en overal krijg je daarvoor een piepklein plastic glaasje of bekertje. En ook hier voel ik bij elke stap het plastic breken onder mijn schoenen.
We sjokken verder door de beurshallen. 
De schoonmaak artikelen laten we links liggen.
Zo'n beursaanbieding “3 flessen Fleuril voor
€ 10,00” klink best aardig maar ik ben te lui om de hele avond met een zware tas te sjouwen en de winst van de aanbieding wordt toch ruimschoots gecompenseerd door de prijs van de parkeergarage, dus we sjokken gezellig verder. Voor ons loop een dame en haar overvol geladen shopper op wieltjes knalt meermalen tegen de enkels van andere beursbezoekers. Ik hoor haar in 3 minuten tijd 6x “sorry” mompelen terwijl ze haar beursaanbiedingen achter zich aan trekt. Overal krijgen we folders in onze handen gedrukt die we braaf in de meegenomen tas doen. Thuis maar even bekijken. Ik koop een leuk shirtje bij een kraam en we kijken naar de artiesten die op het podium heerlijke muziek maken. En we kletsen de hele tijd onafgebroken door en ongemerkt loopt het tegen tienen. De beurs gaat sluiten en ik moet nog even een toilet bezoeken voor we richting auto gaan. In de toiletruimte overvalt me opnieuw het gevoel dat we huishoudelijk gezien nog wat te winnen hebben als ik mijn schoenzolen aan de vloer voel plakken. Ook van het toilet zelf zou menig huisvrouw thuis het schaamrood op de kaken krijgen. Brrr ….. Ik doe wat moet gebeuren en was mijn handen. Ik grijp mis op het zeep en op de handdoekjes en veeg ik mijn handen maar zo’n beetje af aan mijn spijkerbroek.  Tja, een huishoudbeurs voor huisvrouwen die er met elkaar een zooitje van maken.

We kletsen de hele terugweg alsof we elkaar nog niet gesproken hebben en thuisgekomen zet mijn zus mij voor de deur af en loop ik naar binnen. Zoonlief zit tv te kijken naast een helaas volle diner-tafel. De afwas is “oh sorry, vergeten” en ook de keuken is nog in dezelfde erbarmelijke staat als toen ik weg ging. Zuchtend zet ik mij aan het werk en kijk eens om me heen. De kat heeft zijn eten naast zijn bakje gedeponeerd en de planten hangen slap in hun potjes. En terwijl ik de ongeopende plattegrond en gekregen beurs folders ongelezen in de oud-papierbak flikker weet ik het zeker : een huisvrouw van niks…. Maar oh, wat was het weer gezellig !!!


zondag 17 januari 2016

Netflix

Creatief als ik ben, zat ik jaren geleden met mijn toen nog kleine zoon heel vaak aan tafel te knutselen of te schilderen. Ik vond het een heerlijke bezigheid om hem, en vriendjes die over de vloer kwamen, te leren wat je allemaal kan met klei of kleurpotloodjes. Er was altijd materiaal in overvloed in huis en er was altijd een goede reden om iets te mogen maken. Een verjaardag, een kleinigheidje voor oma als we op bezoek gingen of een vaderdagkadootje. We beschilderde paas-eieren en knutselde papieren engeltjes voor in de kerstboom. En ik weet niet wie er meer van genoot, mijn zoon of ik. We spendeerde gerust een uur achter de computer om de perfecte kleurplaat te vinden en zaten dan heerlijk aan de keukentafel te kleuren. Ik deed net zo hard mee. En ik genoot daar met volle teugen van. 

Ik denk dat het eigenlijk in elk huishouden met kinderen voorkomt. Het speelgoed dat je kinderen geeft herinnert je aan je eigen jeugd en het verlangen naar het onschuldig spelen dat je als kind hebt ervaren. Het is niet ongewoon dat vaders de kadootjes voor zoonlief afstemmen op hun eigen speel-behoefte. Mijn zoon had voor zijn 10e verjaardag al zoveel lego dat het bijna niet meer in zijn kamer paste en nog moest ik mijn toenmalige lief tegenhouden in de speelgoedwinkel.  Mijn simpele “het is genoeg” leek niet binnen te komen. Lego heb je klaarblijkelijk nooit genoeg. En samen gingen vader en zoon een doos lego te lijf waaruit een  enorm ruimteschip moest worden gefrutseld. En ook hier weet ik niet wie er meer genoot, vader of zoon. Er werd overigens niet gespeeld met het ruimteschip en opnieuw uit elkaar halen was ook geen optie dus tot op de dag van vandaag is het bouwwerk een doorn in mijn wekelijks schoonmaak-oog, maar dat terzijde.

De commercie heeft inmiddels ook ontdekt dat er veel volwassenen zijn die graag het kind in zichzelf wat meer ruimte willen geven. Zo bleek tijden de laatste kerst-periode dat de Drone één van de best verkopende speelgoed artikelen is. En geloof me, dat is echt niet voor kinderen.  Niet qua prijs en niet qua gebruik.  Maar ik weet zeker dat menig vader met een “kijk eens wat leuk voor Caspertje”-opmerking zijn vrouw heeft omgepraat. En met een voldane blik in zijn ogen het apparaat zelf op Kerstochtend buiten de lucht in stuurt. Waarbij Caspertje hoogstwaarschijnlijk ernaast staat en kijkt. “Leuk papa … mag ik nou weer met de lego ?”
En ach, wij vrouwen zijn natuurlijk net zo erg. De kleurboeken voor volwassenen vliegen de deur uit en dat lijkt me dat weer bij uitstek een vrouwen ding …… En waar kinderen met een zelf uitgeprinte kleurplaat doltevreden zijn, zag ik tot mijn schrik in de winkel kleurboeken met een prijskaartje eraan van € 19,95. En dan moet daar natuurlijk een setje hoogwaardige kwaliteitspotloden bij, in 37 opeenvolgende kleurscharkeringen, van € 24,95. ….. Kassa …...

Zelf ben ik natuurlijk geen haar beter.  Dat bleek de afgelopen week maar weer.

Mijn zoon had een blessure opgelopen tijdens de gymles op school waardoor hij een weekje gips nodig had om zijn linker pols. Uiteindelijk bleek het gelukkig allemaal mee  te vallen, geen drama maar wel wat onhandig. Het eerste dat hij zelf constateerde is dat zijn favoriete vrijetijdsbesteding ineens onmogelijk was geworden. Gamen. Daar heb je bij de meeste systemen echt 2 handen voor nodig en met een arm gehuld in gips en een mitella blijkt het toch echt onmogelijk om iets te doen. En met een schoolweek in het vooruitzicht waarin bij toeval maar 6 uurtjes school voor de hele week gepland stond was er veel vrije tijd. En gelooft u me…. Een tiener met VEEL VRIJE TIJD en geen mogelijkheid om te gamen betekent : sacherijnig !!  Hij ging op donderdag ochtend het gips in en donderdag om 14:00 uur had hij al 17x geroepen dat ‘ie zich “echt te pletter verveelde” en “hoe moest dat nu”. Ik voorzag dat het een lange week ging worden. Een hele lange week.


Nadat ik hem gewezen had op de mogelijkheden, zoals het nu eens serieus oppakken van zijn school werk (“ben ik echt al klaar mee mam”) of een goed boek (“saaaaaii”) of de films die in de kast staan (“allemaal al gezien”) heb ik hem in nette bewoording verteld dat ie het kon uitzoeken. Bedenk het zelf maar. Ik was inmiddel helemaal klaar met dat gips en de consequenties. Maar vrijdagochtend bedacht hij dat we dan maar Netflix moesten nemen. Nou had ik al eens van een kennis iets gehoord over Netflix en de mogelijkheden om films en series te bekijken op tv of computer maar toch had ik mijn bedenkingen. Eerst maar eens de kosten en de mogelijkheden op een rijtje zetten. De kosten bleken mee te vallen, er was een gratis proefperiode mogelijk, en de mogelijkheden, ……. Kijk, daar ging het fout volgens mij. Wat in mijn speurtocht naar informatie bleek het systeem binnen enkele seconden mijn favoriete film te herbergen. En een serie die ik ooit nog eens wou kijken. En die andere film, die ook zo leuk leek. En een keur aan mooie romantische films. En…..   Voelt u hem al aankomen ? Ik ging genadeloos voor de bijl. En onder het mom van “leuk voor mijn kind” zat ik binnen  10 minuten een proefabonnement af te sluiten. En nu zit ik daar dus mee…… Mijn zoon heeft 1 film gekeken sinds we 4 dagen geleden zijn gestart en ik heb vierkante ogen van het staren naar het scherm. Want van “Downton Abbey” blijken er 4 series op de staan. 28 afleveringen van elk een uur. 

Ik zit op aflevering 11 en vertoon inmiddels ernstige verslavingsverschijnselen. Zelfs “Wie is de Mol”, anders toch heel favoriet,  blijkt me niet meer te kunnen boeien maar wat er in de volgende aflevering met Mr. Bates gaat gebeuren houdt me bezig … En dan kun je nog zulke goede bedoelingen hebben maar uiteindelijk blijken we allemaal kinderen in een groot omhulsel. Blij met het nieuwe speelgoed.  En niet willen delen. Mijn zoon wil namelijk heel graag die ene film kijken. Op dat nieuwe systeem. Maar dat gaat natuurlijk mooi niet gebeuren. Ik moet eerst nog 17 afleveringen Downton Abbey. Dus als ik volgende week wat afwezig oog op het werk, of als u me ziet lopen met enorme wallen onder mijn ogen ….. laat me gewoon maar even. Binnenkort is het nieuwe er af en kijk ik er vast niet meer naar om.  Net als bij kinderen en het nieuwe lego. 

Ondertussen zat ik vanochtend mijn gratis proefperiode te wijzigen naar een vast abonnement. Dat is leuk voor mijn zoon, .....   dacht ik  ….…. Toch…… ?