woensdag 22 januari 2014

Nuchter

Onlangs mocht ik me voor een klein routine onderzoekje melden bij het plaatselijke ziekenhuis. Nou heb ik in mijn leven al behoorlijk vaak een ziekenhuis van binnen gezien, maar meestal was dat als bezoek van een zieke of voor ondersteuning voor een partner of kind dat medische hulp nodig had. Ik ben in de gezegende positie dat ik voor mezelf die kant minder vaak op hoef.  Maar goed zo af en toe ontkom ook ik er niet aan.

Bij het maken van de afspraak was het contact al prettig. Het onderzoekje kon op mijn vrije dag en ik mocht kiezen tussen 8 uur of 11 uur ’s ochtends. Nou ben ik niet zo’n ochtend mens en zoals gezegd het was geen werkdag dus koos ik voor 11 uur. Kon ik lekker rustig aan doen. Dat leek best een goed idee. Toen we de gegevens voor de afspraak aan het afronden waren zei de dame aan de telefoon als laatste “oh ja, u moet wel even nuchter blijven”. Deze simpele zin bleef hangen in mijn hoofd. Bij het neerleggen van de telefoon bedacht ik ineens dat ik dan misschien beter voor 8 uur had kunnen kiezen maar enfin, ik zou de wekker wel wat later zetten, lekker uitslapen  en dan was het wel te doen.
Op de dag voor de afspraak kwam zoonlief thuis uit school met de mededeling dat hij zijn huiswerk Nederlands onvoldoende had gemaakt en dat de docente had besloten dat hij, om het nou maar eens te leren, zich de volgende ochtend extra vroeg moest melden. “Kun je me dan om kwart voor 7 roepen mam?”  …..   Daar ging  mijn “lekker uitslapen zodat ik niet aan mijn lege maag hoefde te denken".  Nou is het natuurlijk helemaal geen ramp om een paar uurtjes niet te mogen eten. Mijn lijf staat dan wel ingesteld op een stuk of 6 kleine maaltijden per dag en al een uur of 2 na mijn ontbijt begint de boel te knorren, maar zelfs ik kan best een poosje zonder.  Maar hoe gaan die dingen ….. juist dat wat je niet mag, blijft in je hoofd hangen en wordt ineens mega belangrijk.  Zet mij in een gebouw zonder toilet en er is niets aan de hand maar zodra ik WEET dat er geen toilet is krijg  ik acuut plasdrang.  Zo gaat dat. Dus, weten dat er niet gegeten mag worden betekende in mijn geval dat ik om 6 uur al wakker werd met alleen maar in mijn hoofd “honger !!!”.  Tja, en dan duurt het best een poosje tot het 11 uur is.  Watertandend heb ik het lunchpakket voor zoonlief in staan pakken, dromerig heb ik naar de koffiepot gekeken en als een malloot heb ik aan de kaas staan ruiken. God, wat rook dat lekker. Zou ik een klein stukje …. Nee, toch maar niet gedaan.  Meteen maar een paar boterhammetjes gesmeerd en in mijn tas gedaan voor “naderhand”. Daar zou ik dan vast wel trek in hebben.
Bij het ziekenhuis gekomen mocht ik plaatsnemen in een bomvolle wachtruimte van de afdeling radiologie. Ik zag direct dat mijn uithoudingsvermogen op de proef zou worden gesteld.  Zittend op de enige beschikbare stoel, een plastic kleuterstoeltje aan een lego tafel,  keek ik  eens om me heen. Bij de balie stonden 3 bedden op een rij waarin patiënten lagen te wachten op hun beurt. Alle 3 maakte ze de indruk voorlopig nog niet naar huis te mogen. De middelste dame had een indrukwekkende hoeveelheid infusen, slangetjes en verband aan haar tengere lijf en één van de heren had beide benen in het gips. Op de bank vlakbij zat een moeder met een in-bleek zoontje op haar schoot. Ik schatte het jochie een jaar of 5 en hij hield angstvallig zijn linkerarm tegen zijn lijfje gedrukt. Moeder suste zachtjes in zijn oor en af en toe welde er een diepe snik bij hem omhoog.  Twee dames van middelbare leeftijd zaten een tijdschrift te lezen en toen 1 van beide dames aan de beurt was vroeg de ander "zal ik even meelopen Els?” Els vond het een goed idee en sjokte op krukken naar de behandelkamer terwijl haar vriendin bepakte met jassen en tassen erachteraan liep. Ik wachtte 25 minuten op mijn beurt. Mijn  maag knorde er lustig op los.

Het onderzoek verliep snel en probleemloos. Na afloop liep ik de behandelkamer uit richting uitgang.  Buiten gekomen werd mijn weg versperd door een ouder echtpaar dat stevig gearmd in een sukkelgangetje voor mij uit liep. Ik zag hen van de achterkant terwijl zij naar hem opkeek en zei “lekker hé, zo eventjes buiten?”.  Hij mompelde iets onverstaanbaars. Toen ik hen inhaalde en even opzij keek zag ik dat de helft van zijn gezicht, half verscholen onder de kraag van zijn jas, scheefgezakt naar beneden hing. Hij leunde zwaar op zijn vrouw terwijl hij voorzichtig verder liep.  “Tja,”  dacht ik, terwijl ik mijn  auto opzocht, “geen plek zo goed als het ziekenhuis om een mens nederig te maken en je gelukkig te prijzen met je eigen goede gezondheid”.  Bij het zien van zoveel narigheid realiseerde ik me eens te meer hoe fijn het is om rechtop, op eigen benen naar buiten te wandelen en te gaan genieten van mijn vrije dag.  Pas halverwege de rit naar huis dacht ik aan de boterhammen in mijn tas……

dinsdag 14 januari 2014

Groei

Groeien doet een mens in meer dan alleen centimeters.
In de slaapkamer van mijn zoon hebben we vanaf de dag dat we in dit huis kwamen wonen op de deurpost zijn lengte bij gehouden. Oh, ik realiseer me dat een toekomstige koper van deze woning nog wel eens op mij zal mopperen in een poging de deurpost weer enigszins toonbaar te maken, maar dat boeit me dan toch wat minder. Echt mooi is het ook niet, soms is met wat onvaste hand de datum bij het streepje genoteerd, meestal omdat zoonlief het ’s avonds zo vlak voor het naar bed gaan een goede reden vindt om de dag iets langer te maken dan moeders graag zien. En dan meten we dus even snel. Omdat we de meetdata proberen te plannen rond 1 januari of op zijn verjaardag, wat globaal zo’n 6 maanden later valt, geeft het wel een mooie weerspiegeling van zijn fysieke groei.   Echt een sfeervolle bijdrage aan de woning is het dus niet maar het is een weergave van de tijd en daarom waardevol. Maar zoals gezegd is groei niet alleen te meten in centimeters.  Iedereen in de omgeving van een kind werkt mee aan zijn groei. Als moeder hoop je natuurlijk dat de omgevingsfactoren voornamelijk uit positieve ervaringen bestaat maar in realiteit valt dat tegen. Een ander kind dat in de zandbak zijn oogjes vol zand gooit, een pestpartijtje in groep 7 waarbij zoonlief woest, en dat gebeurd niet zo gauw, het andere kind bij een kluit haar pakt en even “aan de kant” zet, een eerste schrik ervaring bij een verkeerd gerichte vuurpijl op oudejaarsdag als je 12 bent, het zijn allemaal ervaringen die met elkaar ook voor groei zorgen. Je leert dat zand zeer doet aan je ogen,  je sterker bent dan de pestkoppen en dat vuurwerk gevaarlijk is.  Belangrijke lessen als je klein bent.
Maar groeien houdt natuurlijk niet op als je groot bent. Als de fysieke groei klaar is moet je nog steeds hard werken om de innerlijke groei op gang te houden. Soms gaat dat vanzelf, als je een kind krijgt of een dierbaar persoon verliest, en soms moet je daar hard, heel hard voor werken. Het overwinnen van je eigen innerlijke grenzen gaat gepaard met net zoveel groeipijnen als die van een puber die centimeters maakt. Wat die grenzen zijn is voor iedereen anders. De mijne gaan gepaard met paniekaanvallen waarvan ik u de aard en herkomst zal besparen. Ze steken de kop op  op momenten dat ik ze het minst kan gebruiken. Ze komen altijd onverwacht en onaangekondigd en zorgen zonder uitzondering voor het nodige zweet en de bijbehorende hartkloppingen. Ik zie ze als leeuwen die soms onderwacht op mijn pad springen. Het is belangrijk je te realiseren dat de leeuwen in je hoofd zitten en niet op je pad staan. Het beste dat je kan doen is negeren. Net doen alsof ze er niet zijn, rustig ademhalen en er dwars doorheen gaan.  Het bewust aangaan van de uitdaging deze aanvallen op te zoeken is een lastige en zeer vermoeiende klus. Veel te vaak is het makkelijker de “veilige” route te kiezen en jezelf niet te veel uit te dagen. Het vervelende van de makkelijke weg is echter wel dat het je dan kan gebeuren dat die leeuw van je angsten jou opzoekt. Onverwacht en ergens halverwege de veilige route staat daar het opstakel en zorgt voor adrenaline in je lijf. Deze week gebeurde het mij opnieuw.  Op een veilige plek in mijn dagelijkse routine sprong daar opeens die leeuw tevoorschijn. Ik moest erdoorheen. Ik wist direct en zonder omhalen dat er geen andere weg was dan dwars er doorheen. En dan constateer je eigenlijk achteraf dat er ergens in je leven groei geweest is. Omdat je merkt dat je dit aan kan. Je krijgt je hartslag onder controle, je vermand je en gaat er dwars doorheen. En dan kijk je achterom en is de leeuw slechts een luchtspiegeling. En dan blijkt opnieuw dat groei ongemerkt gaat. Je voelt niet altijd dat het gebeurd, maar het is er wel.  Soms 2 centimeter per half jaar en soms een leeuw per dag.  

donderdag 9 januari 2014

George en Barry


 
De reclame kan het je toch maar rooskleurig voorspiegelen. Een George Clooney bij je kopje koffie, parfum met Brad Pitt of een slokje cup-a-soup en …hup… zit zomaar Barry Atsma naast je op de bank heel verleidelijk naar je te lonken. Wat een prettig idee.  Maar het echte leven is natuurlijk altijd toch wat minder rooskleurig. Als je vanavond naast je op de bank kijkt is de kans groot dan je eigen prins op het witte paard met een iets mindere haardos en een iets grotere buikomvang naast je hangt en vraagt of jij niet even koffie kan zetten. En hoeveel cup-a-soupjes ik ook tot me neem, Barry Atsma heb ik nog niet langs zien komen. En geloof me, het zou me opgevallen zijn. 

Dat er maar weinig dames in mode tijdschriften zijn terug te vinden waar een professioneel fotoshopper niet leuk een paar uurtjes aan heeft zitten knutselen, daar kijken we niet meer van op. Meters lange benen, een taille waar zelfs ik jaloers van wordt en 50-plus dames zonder één enkele rimpel, het verbaasd ons allemaal niets. Maar op meer manieren worden we onbewust behoorlijk belazerd door de reclame wereld. We zien wat reclamemakers denken dat we willen zien.  Zo wordt George tegenwoordig bij het maken van zijn koffie geholpen door Matt Damon. Ook niet iemand waar je makkelijk omheen loopt. Dat George en Matt misschien een ochtend humeur hebben waar zelfs een goede bak koffie niks aan helpt, verteld het verhaal niet. Steevast zien we ze vriendelijk ogend, elk haartje perfect op zijn plek en voorzien van een verleidelijke glimlach achter hun heerlijke bakkie leut. Dan denk je meteen “die koffie wil ik ook”.  Maar we willen niet die koffie, die is niet te drinken, we willen George ! Natuurlijk, ook de medemens die door moeder natuur iets minder rijk bedeeld is wordt in de reclame gebruikt. Maar dan wel direct in een heel andere rol. Zo zien we de acteur Jack Wouterse, iets steviger qua buikomvang dan George, in de C1000 reclame langs komen op zoek naar zijn laatste euro of, bijzonder sneu, in zijn upje met een enkele pizza onder de arm, alleen door met Kerstdecoraties versierde straat naar huis lopen. Ik kan er volslagen naast zitten maar persoonlijk lijkt deze man mij een knuffelbeer. Het “ach-gossie-kom-maar-bij-mij” type. Waardoor je ook dan weer zin krijgt om hem naar die supermarkt te volgen. En kijk dan eens naar de Jumbo huisman. Met geen enkel idee van prijzen en een beetje dommig op de bank hangend bluft hij zich een weg door reclame land. Zijn zeer verstandige en slimme vrouw brengt hem uiteindelijk op het goede supermarkt-pad. Tja, of dat nou het beeld van de gemiddelde man is waar we allemaal als vrouw van dromen….
Uiteindelijk is en blijft het allemaal schijn. George heeft meer exen dan goed is voor een mens en Jack blijkt op Wikipedia ook niet de knuffelbeer te zijn waar hij op lijkt.  Dus drink ik mijn goedkope koffie op mijn eigen lege bank, zonder knuffelbeer en zonder George. Misschien moet ik mijn dromen van een prins op een wit paard dan maar even bijstellen. Misschien een gewone vent op een gazelle-fiets ? Met het knuffelbeer gehalte van Jack en de charme van George. Daar wacht ik dan maar op. Ik neem ondertussen wel even een cup-a-soupje want misschien dat Barry Atsma deze keer ……. Je weet maar nooit ?

woensdag 1 januari 2014

Lieve mama

Vandaag is het 1 januari 2014. Precies 80 jaar geleden dat je werd geboren. Elk jaar als wij op oud & nieuw, rond middernacht het glas heffen op een nieuw jaar dan ben je in onze gedachten. Toen je nog bij ons was vond je het zelf altijd een beetje onzin. Morgenochtend was je jarig niet om middernacht.  Zelf had je ook altijd een beetje een hekel aan het feit dat je verjaardag zo op de startdag van het nieuwe jaar was.  Ik kan me zo voorstellen dat het voor een kind vervelend is om je speciale dag te moeten delen met de rest van de wereld en ik weet dat je als volwassen vrouw vooral de drukte eromheen niet zo geweldig vond. 
Je jeugd was niet gemakkelijk. In de voor-oorlogse jaren was opgroeien zonder vader niet gewoon. In je familie geschiedenis zitten geheimen en  die droeg je in je jeugd met je mee. Op de foto’s van vroeger die ik tegenkom zie ik een serieus kijkend meisje ,omringt door volwassenen. Pas later, op de foto’s van je verkeringstijd wordt er gelachen op de  foto’s.  Het gezin waar papa opgroeide was groot, met kinderen en jonge mensen. Er werd gelachen, er werden grapjes met elkaar uitgehaald en er was genegenheid. Ik heb het je nooit zo horen zeggen maar kan me voorstellen dat je het als een warm bad hebt ervaren. Misschien keek je ook wel met wat jaloezie naar deze mensen, dat zou een heel logisch gevoel zijn, en ik weet dat het in onze genen zit om je dan wellicht wat buiten gesloten te voelen. Toch nam deze familie je op in hun midden.  Na de zorgeloze beginjaren van jullie huwelijk, en 3 dochters later heb je het warme gezin dat je altijd wilde, om je heen gecreëerd.  Want hoe je je eigen jeugd ook hebt ervaren, mijn jeugd was warm en onbezorgd. Zelfs met een jonger zusje dat door haar verstandelijke beperking  de nodige zorg en aandacht van je nodig had heb ik zelf nooit het gevoel gehad iets te kort te zijn gekomen. De zorg voor haar was de jouwe en hoe moeilijk je het in het begin vond te aanvaarden dat je kind beperkingen had, je hebt de zorg voor haar nooit ten koste laten gaan van je aandacht en liefde voor ons.

Als ik terug kijk op je leven dan heb je heel veel moeilijkheden moeten doorstaan. Je jeugd, je huwelijk en je ziek-zijn, ze hadden allemaal hun uitwerking op je. Of je zelf altijd wel gelukkig was, dat heb ik me vaak afgevraagd.  Maar uiteindelijk bepaal je allemaal zelf wat je bent en waar je staat in het leven. Je ouders, je vrienden en zelfs je kinderen kunnen dat niet voor je invullen. De beslissingen die je neemt, maar ook de beslissingen die je niet neemt vullen hun plek in je leven en  bepalen de route. En dan wordt je wie je bent geworden.
Lieve mama, je zou vandaag 80 zijn geworden.  Dat je het niet meer mee mag maken, dat heb ik aanvaard.  Dat je je kleinzoon niet kent, dat heb ik ook aanvaard. Maar als ik naar hem kijk dan weet ik dat ik ben wie ik ben, mede dankzij jou. En dat ik hem kan opvoeden in de wetenschap dat hij is wie hij is door de achtergrond van zijn familie. Tradities, waarden en normen worden in je jeugd ingeslepen en bepalen de manier waarop je in de wereld staat. En die geef je door. Generatie na generatie. En zo blijft je invloed, jaren nadat je deze wereld hebt verlaten, voelbaar voor je dierbaren.  En dat zal ik doorgeven aan de generaties na mij. Dank je wel.