vrijdag 28 november 2014

Verslaafd.....

Op sommige dagen heb ik zo’n enorme hekel aan Facebook. Neem vanmiddag. Uit mijn werk vandaan even bij een lieve vriendin langs geweest. Gezellig kopje thee, lekker even kletsen. Dat is echt contact en even gezellig. Maar er wachten mij nog dagelijkse taken en een zoon die uiteindelijk ook wel iets te eten wil dus ik hijs me tijdig uit de comfortabele bank en zoek mijn jas op. Vriendin geknuffeld en samen geconstateerd dat het natuurlijk weer veel te kort was en zoveel dingen niet verteld. Zo gaat dat met vriendinnen. In de auto bedenk ik me al dat ik beter direct even langs een supermarkt kan gaan zodat ik straks niet meer de deur uit hoef. Dus een winkel opgezocht en me laten inspireren door de dingen die ik zie. Het is vrijdag, dan mag het eten bij ons thuis iets makkelijks zijn. Met shoarma vlees en dito broodjes in de tas richt huis getogen. Mijn zoon bleek al uren thuis te zijn en zat lekker een beetje achter zijn Xbox. Een plek waar ik hem ongeveer kan uittekenen dus dat was geen verrassing. Tot zover heb ik alles best lekker in de hand. Een prettige middag zult u denken, en waar zeurt ze over. Maar ja, thuis gekomen ga ik “even” mijn mail controleren. Mijn mobiel gaat boven direct aan de oplader van de computer. Ik start outlook en terwijl mijn mail programma de boel aan het binnen harken is zie ik mezelf al op het internet-icoontje klikken. Ik weet dat ik het niet moet doen, verslavend en nutteloos, u heeft gelijk, maar mijn muis gaat gretig richting de snelkoppeling van Facebook.  Een snelle, korte klik en ik ben in de wereld van de social media. Aan mijn blik rollen de statussen van bekende en semi bekenden voorbij. Filmpjes en gedeelde spreuken, grappige foto’s en reclame van een afslankmiddel.  Loes heeft spaghetti voor vanavond in gedachten en Henk gaat met zijn Truus naar een voorstelling in de plaatselijke schouwburg. Mijn zus heeft een servies onderdeel aangeschaft (geen verassing maar dat is een verhaal op zich) en een oud-collega post dat ze vandaag 37 jaar getrouwd is. Ik bekijk de bijgevoegde trouwfoto’s van 2 piepjonge mensen die hoopvol en blij de camera inkijken. Haar herken ik, voor hem moet ik iets beter kijken. De mailbox is vergeten. Ik klik op het profiel van de ex-collega en zie dat ze vorige week uit eten is geweest en een dag met hoofdpijn heeft gelopen. Op één van de “uit-eten” foto’s zijn meer ex-collega’s te zien en vrolijk klik ik verder. Ik zet een kort commentaar bij het verhaal en klik op “like”. Ik realiseer me dat het een soort gluren is, dit Facebook-browsen. Je neemt een kijkje in de levens die je kent en ziet hun hoogte en dieptepunten. Al klikkend kom ik uit bij mensen die ik helemaal niet ken. Foto’s van feestjes waar ik niet ben geweest en kinderen die ik niet heb horen lachen. We zijn er zo aan gewend dat we bij iedereen binnen kunnen kijken dat je je misschien er niet eens bewust van bent dat deze foto’s natuurlijk helemaal niet bedoeld zijn voor ons, onbekenden. Ik klik verder en kom weer een oude bekende tegen. Zij heeft een filmpje geplaatst en bij de melding de tekst gezet “zakdoekjes pakken hoor meiden !!”. De link leidt naar YouTube waar een trotse moeder een filmpje heeft gezet van haar dochtertje die in de auto moet huilen bij een zielige verhaal. De Amerikaanse moeder had dit volgens mij nooit bedacht toen met haar telefoon dit filmpje maakte. Dat hier in Nederland, maanden na dato vreemde vrouwen en-masse gaan zitten janken om haar dochter. Ik kijk het filmpje uit en veeg mijn tranen weg. Een tweede filmpje wordt onderaan het scherm aangeboden. Een derde filmpje en meer…. En telkens als ik er een aanklik weet ik vooraf dat het janken wordt of griezelen. Ik klik en kijk ze toch. Mijn oog valt op de klok. Chips….. ik zit dus al 40 minuten te “facebooken”. Mijn mail. Dat was het doel van de computer. Ik raap mezelf bij elkaar, snuit nog even mijn laatste tranen weg en klik naar outlook voor mijn mail. 17 mailtjes om door te worstelen. Ik begin bovenaan en probeer me te concentreren op de inhoud. En kort geluidje uit mijn computer geeft aan dat iemand op Facebook iets heeft gedaan in een bericht. “Poeloep”. Zo klinkt het. Ik klik weg van mijn half gelezen email om te zien wat er gaande is op Facebook. Een andere ex-collega blijkt ook de foto’s van de trouwerij van zo lang geleden gevonden te hebben. Ze vind het leuk ons allemaal tegen te komen en hoe is het nu met ons? Ik type er kort iets onder en klik weer op mijn mail. Even overnieuw, deze laatst gelezen mail. “Poeloep’ doet de computer. Gewoon doorlezen Conny, denk ik bij mezelf. Negeren die hap. En dan “Poeloep…….poeloep”. Mijn nieuwsgierigheid wint het. Er blijken meer oud collega’s te kijken en er heeft er 1 een vriendschapsverzoek gestuurd. Ik accepteer en bekijk haar profiel. Ze is weinig veranderd. Zo te zien nu 2 kinderen en een heel ander soort baan, leuk….. Oh ja, mijn mail. Het duurt nu 3 minuten en 4 mails voor Facebook weer roept. Ik geef het op. Ik klik op het rode kruisje rechtsbovenin mijn scherm en sluit de computer af. Avondeten en dan niks. Dat is het plan. Mijn mobiel verdwijnt in de kontzak van mijn spijkerbroek en ik doe de lichten boven uit. Terwijl ik naar beneden loopt hoor ik uit vanuit mijn kontzak het bekende “poeloep”…… en met een zucht trek ik mijn telefoon tevoorschijn. Facebook…… zo leuk maar soms zo irritant….. “Uit” is dan de enige goede optie. Ik veeg met mijn duim over het scherm en wil Facebook afsluiten. Mijn duim aarzelt en hangt boven het nieuwsoverzicht en terwijl ik weet dat ik het gewoon uit moet zetten klik ik langzaam maar zeker op het icoontje. Zal ik het ooit leren ?

zaterdag 15 november 2014

Het leven is een schouwtoneel ....

“De wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel”…. Mooie woorden van Joost van den Vondel. Diep in de 17e eeuw heeft hij de woorden ergens opgeschreven en ze bleven plakken in de geheugens van mensen door de jaren heen. Het citaat speelt door mijn hoofd. “Het leven is een schouwtoneel…”. Wat ben je echt en wat is gespeeld ?
Vorige week was ik bij de halfjaarlijkse uitvoering van de amateur toneelvereniging in mijn geboortedorp. Op de planken werd door de spelers een klucht in elkaar gedraaid van heb-ik-jou-daar. Ik hou ervan. Een ouderwetse klucht waarin van alles mis gaat, mensen continue op- en af gaan van het toneel en alles zo rond het einde van het tweede bedrijf in de soep dreigt te lopen. Natuurlijk komt het allemaal in het derde en laatste bedrijf helemaal goed. Iedereen houdt weer van elkaar en alle misverstanden zijn uit de wereld. Als het goed wordt gebracht is het voor de mensen in de zaal een genot om naar te kijken. Een garantie voor buikpijn van het lachen.
Al vanaf mijn jonge jaren ben ik geboeid door amateurtoneel. Er waren in ons dorp 2 verenigingen. De katholieke en de gereformeerde. De kerk waar je bij hoorde bepaalde welke vereniging je je bij aansloot. Al vroeg bezocht ik de toneelavonden bij “onze” katholieke club. Een leuke avond met een leuke voorstelling. Je kocht in de pauze lootjes van de spelers, voor de loterij. Met de opgebrachte gelden werd de hele zaak gesponsord. Altijd een gezellige avond en altijd “bal - ná”. Oftewel, er was een bandje en er kon gedanst worden. De avonden verliepen allemaal een beetje in hetzelfde patroon maar dat gaf dan ook garantie voor gezelligheid. Zelf had ik best zin om mee te doen maar verlegen als ik was durfde in me echt niet aan te melden. De onzekerheid “…kan ik dat wel…?” en gebrek aan zelfvertrouwen “….ze willen me vast niet erbij”, maakte dat ik op de uitvoeravonden met een dubbel gevoel op mijn  stoel in de zaal zat. Oh, wat vond ik het leuk en oh…. Wat wilde ik dat ook graag … !!!

Een vriendin van school was minder onzeker en ging zich aanmelden. Jammer genoeg was zij gereformeerd en zo zat ik ineens met mijn katholieke kont op een gereformeerde stoel in een hele andere zaal naar een zelfde toneelstuk te kijken. Verwarring alom, want hier bleek het ook leuk. Maar het past niet in mijn plaatje. Toen de vriendin na het sluiten van het doek de zaal in kwam had ze een gezellige mededeling. “Ik heb gezegd dat jij ook mee gaat doen”. Paniek sloeg toe, maar ook een gevoel van spanning. Want echt, het leek me enig !! Zo kwam ik, 17 jaar, voor mijn eerste repetitie avond bij de gereformeerde vereniging. En in het echt bleek alles nog veel leuker dan ik had kunnen bedenken. Mijn eerste rol vereiste een spraakgebrek en een lullige lichaamshouding, wat  mijn zelfvertrouwen niet ten goede kwam. De man die mij als tegenspeler werd toebedeeld was net nog onzeker als ik en stuntelig stonden we tegenover elkaar. Grappig genoeg was het precies wat het toneelstuk vereiste en werd het een daverend succes. Een vriendelijke maar zeer strenge regisseuse leerde mij de kneepjes van het toneelvak. “Néém het toneel, gebruik de ruimte”, ik hoor haar stem nog in mijn hoofd als ik eraan denk. Ik leerde wat het voor-plan is (zaal-kant van het toneel) en dat rechts-af-gaan betekent dat je rechts door de deur het toneel verlaat. Daarbij is dat rechts vanuit de zaal gezien dus voor veel van de spelers betekent rechts-af-gaan dat je links het toneel verlaat. Verwarrend als je net begint maar gedachteloos gebruikt na een jaar of wat. Ik leerde grimeren en de geur van schmink kennen en de spanning in je buik voor het doek open gaat. Ik maakte kennis met het bijzondere gevoel van voor de voorstelling op het toneel zitten en luisteren het geroezemoes van de zaal die langzaam volloopt. Ik leerde vertrouwen op mijn geheugen voor de teksten en de loopjes. Ik maakte vrienden. En ik leerde er de man kennen met wie ik 9 jaar later zou trouwen. Kortom, de gereformeerde toneel vereniging heeft mij, als katholiek meisje,  veel gebracht.


Met een kleintje op komst en druk met werk en een jong gezin kwam toneel een beetje op de achtergrond. Ik besloot te stoppen bij de vereniging. In de jaren bij de gereformeerde club bleef ik trouw de toneelavonden van “mijn eigen” katholieke vereniging volgen. Ik hoefde zelf niet meer zo nodig maar het bleef zo leuk om te gaan kijken naar de voorstellingen.  Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en toen er meer ruimte kwam in mijn agenda begon het natuurlijk toch weer te kriebelen. En op een avond werd ik gebeld door een mij onbekende man die zich voorstelde als de voorzitter dan de katholieke club. Ze zochten acuut een grimeur en wisten dat ik de kneepjes van het grime-werk kende. Kon ik invallen ?  Ik zei “ja” en dacht voor 1 voorstelling bij te springen.  Maar zoals die dingen gaan…. Je snuift weer aan de geur van het toneel en gaat ongenadig voor de bijl. Ik heb er een jaar of 8 gegrimeerd. Ook enig om te doen. Niet op de planken, niet meer nerveus voor een voorstelling maar lekker ontspannen mee genieten van het toneel. Onveranderd konden de mensen genieten, onveranderd was er een loterij met prijzen en onveranderd : bal – ná. Lekker ontspannen op een muziekje en op de dansvloer. Opnieuw gooide vorig jaar mijn agenda roet in het eten. De repetitie avonden bleken echt niet meer de passen in mijn hectische bestaan en dus besloot ik na enig nadenken te stoppen met toneel. De juiste beslissing. Maar met pijn in het hart genomen.


En zo zat ik vorige week zaterdag in de zaal te kijken naar de mij vertrouwde spelers, in de voor mij vertrouwde zaal. Een toneelstuk dat ik niet kende maar al halverwege het eerste bedrijf was ik mijn dagelijkse beslommering vergeten en zat ik genietend in mijn stoel. De sfeer van het stuk, de juiste timing en de kleine missertjes maken amateurtoneel voor mij bijzonder. Misschien wel meer dan een avond in Carré bij Joep of Bertje Vis. Ik kocht mijn lootjes in de pauze en zag na afloop de prijzen om mij heen verdeeld worden. Met lege handen en een vol hart liepen we naar de naastgelegen kroeg waar de band al wachtte voor het “bal-ná”.  Toneel….. een liefde voor het leven.