dinsdag 21 oktober 2014

Vrouw zoekt boer.....

In het 18e eeuwse Engeland hadden vrouwen het niet makkelijk. Het leven was hard, de etens-pot was karig en het grootste doel in het leven was het vinden van een goede echtgenoot. De kringen waarin je verkeerde bepaalde met wie je uiteindelijk eindigde. Hoe leuk de melkboer ook was, als je afkomst adel was dan zocht je in adellijke kringen naar een passende echtgenoot. Had je de juiste leeftijd dan werd je geïntroduceerd, je bezocht een bal, danste keurig om elkaar heen in de balzaal en converseerde netjes en bescheiden. Na een paar korte ontmoetingen werd je akkoord bevonden  en volgde een aanzoek. Eigenlijk leerde je elkaar pas echt kennen als je eenmaal “ja” had gezegd. Best hard als je bedenkt dat veel vrouwen ook echt geen idee hadden waar ze instapte.  Jane Austen kan het in haar prachtige boeken zo mooi verwoorden. Je leest de woorden die zij in 1811 schreef en in gedachte waan je je in de Engelse heuvellandschappen. Ruisende rokken van onhandige jurken, moeilijk te begrijpen omgangsvormen en even onhandige jonge mannen die hun goede en eerzame bedoelingen proberen over te brengen op onschuldig kijkende dames. Tja…….de stuiverroman van 2 eeuwen geleden.
De verfilming van “Sense and sensibility” was vanavond op tv en als altijd kan ik wegsmelten bij zo’n film. Vind ik de boeken al om te smullen, de beelden op tv met Emma Thompson als Elinor en Hugh Grant als Edward Ferrars zijn een weldaad voor mijn romantische ziel. Heerlijk vind ik het, en installeer me met een wijntje op de bank. Kom maar op met die ruisende rokken. Een goed kwartier op weg, een jonge en lang-gelokte Hugh wordt net aan Elinor voorgesteld, als hij ruw wordt onderbroken door de Kruidvat- en de Nissanreclame. Grrr…….. dat is het vervelende van de DVD niet hebben en dus de TV versie kijken. Ik ben zo verstoord dat ik even weg-zap. Tot mijn verbazing kom ik in een hedendaagse versie van “Sense and Sensibility” terecht. Ik zie 3 zeer moderne vrouwen die strijden om de hand van een man. Ik zit in een herhaling van “I want to marry Harry” waarin een aantal vrouwen zich als potentiele huwelijks kandidaat opgeven voor Prins Harry van Engeland.  Wat de dames in kwestie niet weten is dat hij zo fake is als de lippen van Marijke Helwegen en als Look-a-like van de echte prins de boel aan elkaar flanst. De bedoeling is dat iedereen zijn hart verliest, dan de waarheid hoort en instort. Dat is volgens mij de achterliggende gedachte. De valse prins verliest echter ook zijn hart en hoopt dat de dame in kwestie het bedrog niet zo erg vindt.  En net als in de boeken van Jane Austen blijkt dat stand nog steeds belangrijk is in het hedendaagse Engeland. De prins blijkt een melkboer en verliest zijn Elinor.


Ik zap terug naar de 18e eeuw en verlies me opnieuw in het verhaal. Maar de nep-Harry blijft toch een beetje door mijn hoofd spoken. Is stand dan nog steeds zo belangrijk ? Ik kijk eens naar mezelf.  Na een huwelijk van 15 jaar ben ik sinds een poos weer vrij-gezellig en als het hart weer rust krijgt, kijkt het belangstellend om zich heen. De wereld is veranderd maar de mannen zijn nog net zo mooi. Misschien iets minder gereserveerd dan in de wereld van Jane Austen. Er blijkt echter een probleem. Met het verstrijken van mijn jaren zijn die van de mannen ook verstreken en tot mijn schrik is de groep waar ik me fatsoenshalve op zou moeten richten inmiddels voorzien van ex-en, een 2e-leg kinderen, bierbuikjes en bijzonder slecht uit te roeien nare gewoontes. Was mijn blik voor mijn huwelijk gericht op de prachtige strakke mannen van 35, na 15 jaar huwelijk blijkt er met mijn smaak niets veranderd; ik kijk nog steeds naar de mannen die nu die leeftijd hebben. En voel me als de wat gezette zakenman die zijn toupet recht schuift en zijn kansen waagt bij het 23-jarige model. Brrrr….. ik schrik er zelf van. Ik realiseer me dat ik mijn prioriteiten wat zal moeten bijstellen. Keken de mannen van 35 destijds nog gezellig terug (al dan niet met knipoog), tegenwoordig kijken ze verschikt opzij, en dat is toch niet de reactie die we graag zien, hé dames….? In mijn hoofd versmelten de beelden van de film met de hedendaagse realiteit. Wij zouden dat toch anders aanpakken. We wachten niet op een uitnodiging voor een bal maar plaatsen een profiel op een internationale dating site.  En dan niet met de titel “welke lieve heer….”, maar we plaatsen “rijpe vrouw zoekt jonge god”.  En wachten op reacties……

Ik ben weer terug in 1811 en Elinor ontdekt dat de liefde van haar leven toch niet getrouwd is met dat kreng van een Lucy en valt snikkend in zijn armen. Eind goed, al goed. Ik breng mijn inmiddels lege wijnglas en mijn betraande zakdoekjes naar de  keuken. Terwijl ik naar boven loop vraag ik het me af. Wat zal ik ? Toch maar die advertentie “rijpe vrouw...” of ……. Tja, ik weet het antwoord natuurlijk best. De ruisende rokken en de beleefde conversaties sijpelen door mijn hoofd. Ik heb toch net teveel Elinor in me voor 2014........Dus nu maar wachten op mijn Hugh.....

zondag 12 oktober 2014

Dikke muziek met krullen

Over smaak valt niet te twisten. Dat werd me gisteren weer eens duidelijk. Ik liep te slenteren over een creamarkt waar ik zelf  een kraampje had staan. Geholpen door mijn zus en zoon hadden we de tafels ingericht en waren klaar voor de klanten. Om een beetje een indruk te krijgen van de concurrentie en collega’s op de markt maakte we om de beurt een rondje terwijl de ander op de handelswaar paste. De markt was net open en het eerste bezoekers liepen binnen. De organisatie had haar werk goed gedaan. De ruimte was vol, maar niet té vol en de tafels hadden voldoende ruimte eromheen zodat de bezoekers in alle rust konden rond kijken. Voor de sfeer had de organisatie bedacht muziek op de achtergrond op te zetten. En terwijl ik daar rondslenterde werd ik me ervan bewust dat onze smaken niet geheel op 1 lijn zitten. Uit de speakers klonk voornamelijk Nederlandse muziek met een hoog Frans Bauer gehalte. Begrijp me goed, ik heb Frans Bauer hoog in het vaandel staan en het lijkt me een bijzonder sympathieke man maar zijn muziek is niet de mijne.  Terwijl ik dat bedacht liep naast mij een dame met een natgeregende blauwe jas aan, zachtjes voor zich uit mee te zingen. Ze was duidelijk bekend met het repertoire want ze zong de woorden van voor tot achter uit het hoofd. Ik stond even stil en luisterde naar haar. Al was het zachtjes, ik kon duidelijk horen dat ze een prettige stem had. Haar hoofd deinde een beetje mee met het deuntje en ze keek op haar gemak bij een kraam met handgemaakte kettingen. Het leek me dat ze zich er niet van bewust was dat ze meezong. Ze slenterde verder en ik liep onopgemerkt  een stukje met haar op benieuwd als ik was of ze het meezingen zou volhouden. Het liedje liep ten einde en de speakers zwegen een paar seconden in heerlijk rust. Een nieuw melodietje zette in en de dame begon vanaf de eerste zin mee te doen, haar hoofd opnieuw in het ritme bewegend. Het was een genot om naar te kijken. Ze werd zich bewust van mijn gestaar en draaide zich om. De lippen zwegen, haar ogen vragend. “Lekker hé…”zei ik, om me een houding te geven en ik vluchtte weg naar een kraam met kaarten. De dame richtte zich weer op de tafels voor haar en pikte het deuntje binnen enkele seconden weer op.


Het spookte nog wel een tijdje door mijn hoofd. Zelf zal ik niet gauw muziek opzetten. Oh, er zijn genoeg muziek soorten die ik heerlijk vind. Zo kan ik lekker meebrullen met Marco Borsato, stil genieten van Genesis en mijn stembanden verknallen op de muzikale loopjes van Earth, Wind and Fire. Een brede smaak voor mijn gevoel, van klassiek tot disco tot Racoon. Allemaal prima, maar alleen op momenten dat ik niks anders om me heen heb. Als ik werk, als ik een gesprek wil voeren of als ik me ergens op moet concentreren moet het bij voorkeur stil zijn om me heen. Heel stil.  Ik pik gewoon teveel op. Als mijn zoon tv kijkt met vrienden en 1 van die vrienden gebruikt zijn telefoon dan is het me al teveel. Als ik op mijn werk zit en om mij heen voeren collega’s gesprekken dan pik ik al die gesprekken op. Ik mijd drukke, volle ruimtes en wordt gek van drukke winkels waar de muziek hard staat. Of eigenlijk van alle winkels waar de muziek hard staat. Vorige week bracht ik een bezoek aan een groot warenhuis waar de diverse kledingmerken hun eigen hoek van de ruimte hebben. Uit 3 verschillende hoeken kwamen 3 verschillende melodieën. Dat vind ik niet alleen irritant, het zorgt dat ik direct de winkel verlaat.  Teveel van het goede. Mijn zus noemde me ooit “hoog sensitief”. Zonder enige medische onderbouwing bedacht ik me dat ze daar wel eens gelijk in kon hebben. Ik googelde de term eens en het bleek zowaar een heuse officiële aandoening te zijn. En zelftest op een medische website moest uitkomst bieden. Ik vulde de lange vragenlijst in en drukte vol verwachting op de knop “geef mij de uitslag”. Er ging nog net geen alarm af op mijn computer. “Ja hoor…” dacht ik bij mezelf … “nooit iets in de staatsloterij. Nou valt er niks te winnen en heb ik de hoofdprijs..”.  Nou ja…. Uiteindelijk doe je natuurlijk niks met de uitslag van zo’n testje. Het is vulling voor een rustige zondagmiddag en je wordt er uiteindelijk niet anders van. 
Mijn zondagmiddag slibde verder dicht met het opruimen van de markt-spullen en het schoonmaken van mijn huis. Mijn zoon zat boven achter zijn  Xbox en had voldoende aan zijn eigen herrie. Muziek dus. Ik zocht in de kast maar eens een CD op. Iets dat ik dan echt mooi vindt en waar ik warm van wordt van binnen. In een verder stil huis zette ik Vivaldi op. Dikke muziek vindt ik dat. Dikke muziek met krullen. Ik stond stil in huis en de muziek golfde om mij heen. Ik sloot mijn ogen en genoot van de zware cello op de achtergrond. De deur van de huiskamer vloog open en zette me direct met mijn voeten terug op aarde. “Tjeesis, wat is dat voor klere herrie” riep zoonlief boven de viooltonen uit. Tja... dat is dus duidelijk….over smaak valt niet te twisten…….