zaterdag 28 februari 2015

Huishoudelijke bui

Aangestoken door het zonnetje dat vanochtend gezellig door mijn keukenraam scheen kreeg ik vandaag vroegtijdig de lente in de bol. Je hebt dat wel eens. Zo’n kwakkel winter als we achter de rug hebben, daar wordt geen mens vrolijk van en opeens ben je het helemaal zat. Ik wilde lente en ik wilde het nu ! Een lege zaterdag lag voor me dus eerst maar even onder de douche door en aankleden. Mijn haar geföhnd en dan even de ontbijtboel naar de keuken brengen. Ik opende de keukengordijnen en genoot een moment van de zon die vol op het raam stond.  Het was nog vroeg maar beloofde een mooie dag te worden. Het licht op het raam liet echter ook direct de abominabele staat van het glaswerk zien. Aan beide zijde van de ruit was het nevelig van het vuil en vaag zag ik door het raam de buurvrouw lopen die de hond uitliet. Of was het de buurman ? Ik veegde met mijn hand over het raam wat de zaak er niet mooier op maakte. Toch de buurvrouw. Ze zwaaide en liep door. Hmmm…... Ik keek eens beter naar de ramen en naar het zonnetje buiten en besloot dat het een mooie dag was om de ramen te lappen. Nou ben ik niet zo’n huishoudelijk wonder maar de ramen moet wel lukken leek me. Mijn moeder leerde me vroeger dat water met een scheutje spiritus genoeg was,  maar haar ramen kwamen tweewekelijks aan de beurt waar die van mij zelfs eens per twee jaar niet halen. Het leek me daarom beter maar even te starten met een lekkere emmer sop.

Gewapend met de keukentrap, de zeemlap en een oude doek stapte ik de voordeur uit. Oei, het windje bleek frisser dan ingeschat, dus even terug voor een trui. En huishoudhandschoenen. En een sjaal. Opgetuigd stapte in op het trapje en begon aan de klus. Ik begon het zowaar nog leuk te vinden. Je zag goed waar je gebleven was en dat werkt prettig. De deur naast de mijne ging open en de buurman stapte naar buiten met in de ene hand een dampende kop koffie en aan de andere zijn zoon van anderhalf gekleed in een dikke jas, klaar om te gaan spelen. “Goed bezig buuv”, riep hij en dook weg in zijn warme kraag. Ik voelde me bijzonder braaf. Niks zo goed voor je humeur als bevestigd worden in je goede werk. Ik maakte de klus buiten daardoor bijna fluitend af, nam het houtwerk nog even mee met een natte lap en bewonderde het resultaat. Net slecht voor een amateur ! Toen ik terug kwam in de keuken om het water te verversen bleken mijn prachtige schone ramen minder netjes dan verwacht. De strepen en druppels aan de buitenzijde werden door het zonlicht verscherpt. Eerst maar even de binnenkant doen, dat leek me beter. Dus de keukentrap opgesteld, schoon water getapt en aan de slag. Mijn mooie keukengordijnen aan de kant en … bah… wat voelen die vies. Ik maakte de fout er voor de zekerheid even mijn neus in te steken om de staat van de gordijnen te beoordelen. Het resultaat was een niesbui. Dus dan ook maar de gordijnen even wassen. Nou heb ik van die vouwgordijnen en voor ik die van de kant af had en alle baleinen  eruit had gepeuterd was ik goed 20 minuten verder. Mijn water was inmiddels weer koud, en mijn humeur was gezellig mee gedaald. Maar ja, zo kon ik niet stoppen dus toch maar de binnenzijde van de ramen ook gedaan. Gewapend met glassex en een keukenrol ben ik daarna maar even naar buiten gelopen en om de strepen en druppels weg te werken. Terug binnen bleek ik de boel alleen maar erger te hebben gemaakt dus opnieuw naar buiten, poetsen, weer naar binnen, kijken waar het fout zit, naar buiten, poetsen, weer naar binnen…..enfin …. U snapt het patroon. Het kostte me een kwartier extra maar het was streepvrij en netjes. Pffftttt….. Nu wist ik weer waarom ik dit zo weinig doe. De schuifpui aan de achterzijde van het huis was hierna aan de beurt. Het hele riedeltje herhaalde zich, maar ook daar kwam ik uiteindelijk als winnaar uit de strijd.

Na het opruimen van de spullen bedacht ik me toch dat dit het soort klusje is waarbij je snel eer van je werk hebt. Je ziet direct resultaat en de glimmende ruiten zijn een plezier om doorheen te kijken. Het leek me tijd voor een kop koffie. Dat had ik wel verdiend. Ik liep de kamer door, de keuken in en stopte midden in de keuken. Buiten, bij het raam zat de kat braaf te wachten om binnen gelaten te worden. Toen hij me zag kwam hij overeind, rekte zich eens lekker uit en ging met zijn voorpootjes tegen het raam op staan miauwen. Hij verzette zijn pootjes 3 keer en een spoor van pootafdrukjes sierde mijn eens zo nette ramen. Kopjes geven tegen het raam deed de rest. Mopperend liep ik naar de voordeur om hem binnen te laten. In de spiegel in de gang keek een dame met ontploft en verwaaid haar naar mij terug….. Tja, tijd voor koffie. Tijd voor lente, zitten in de tuin en niks doen. En tijd voor de kapper…..


zondag 22 februari 2015

Roman

Als kind had ik al verhalen in mijn hoofd. Zoals veel meisjes speelde ik zelf de hoofdrol in mijn prinsessenavonturen. Er was altijd iets met gevaar en ze liepen allemaal goed af. Dat was fijn. Want je kon er op bouwen en dat had ik nodig.  Als de echte wereld weer eens boos was, als de pestkoppen op school die dag gewonnen hadden of als ik om andere redenen de wereld even helemaal zat was, deed ik mijn ogen dicht en vertrok naar mijn avonturenwereld. Het hielp me door mijn schooljaren en het hielp me te kunnen slapen als de donkere kamer, na het uitgaan van het licht, zich om mij heen sloot en de monsters onder mijn bed lonkte. Ik deed mijn ogen dicht en in mijn hoofd ontrolde zich een verhaal met een heldin, met dialogen en met hoofd- en bijpersonen. En alle dingen die ik overdag niet durfde waren in mijn avonturen een makkie. Ik was moedig, gevat en de mooiste. En ik vergat de rest van de wereld.  Niet alleen ’s avonds in mijn bed kwam mijn fantasie tot leven ook overdag, als het druk was om mij heen of als ik behoefte had aan rust dan kon ik me terugtrekken in het verhaal dat gisteren begonnen was en ik plakte er met het grootste gemak een paar hoofdstukken tussen.  Ik heb lang gedacht dat iedereen dit had totdat ik er een keer over begon met een schoolvriendinnetje die mij aankeek alsof ik rijp was voor een gesticht. Hoezo verhalen ? Hoezo avonturen ? Je doet je licht uit en gaat slapen. Hooguit denk je nog even aan de gebeurtenissen van de dag maar daar blijft het bij. Ik vond het sneu voor haar. Het leek me een leeg en avontuurloos bestaan. Ik hield wijselijk mijn mond en begon over iets anders. Maar ’s avonds kreeg ze een rol in één van mijn verhalen. Een dappere rol, eentje met veel  actie en gered worden door een prins. Dan had ze toch nog wat…..


In de loop van de jaren heb ik meermalen geprobeerd de verhalen uit mijn hoofd op te schrijven. Ik heb nog schriften uit de jaren 80 met het begin van een roman waarvan ik tot op de dag van vandaag weet hoe het afloopt. In mijn hoofd was het klaar maar tijdens het schrijven overviel me het gevoel dat het gewoon niet snel genoeg uit mijn vingers kwam. Mijn hoofd was al 5 hoofdstukken verder en waar ik in mijn fantasie direct zag hoe alles eruit moest zien ging ik nu ineens proberen dat in woorden op papier te zetten. Een lastige, tijdrovende klus die ik heel erg snel zat was. Liever sloot ik mijn ogen en bedacht in mijn hoofd het vervolg. Dat was een leukere klus en sneller klaar. Als ik nu soms het schrift in mijn handen neem en teruglees in het verhaal dan zie ik dat er best veel klopt. Het leest niet onaardig weg en de personen zijn herkenbaar. Het is jammer dat er maar 2 hoofdstukken zijn. De rest van het verhaal weet ik wel maar zult u nooit lezen. Het blijft bij dat stukje schrift van 30 jaar geleden.

Tot op de dag van vandaag zitten er verhalen in mijn hoofd. Ik doe er tegenwoordig wel langer over om ze af te krijgen. Niet door de rukte van de dag, of de hectiek van volwassen zijn, maar simpelweg omdat ik door de jaren heen de boel steeds gedetailleerder uitwerk. Het kan weken duren voor het af is. De dialogen worden veranderd, details in de verhaallijn wordt hier en daar aangepast en soms gebeurd er iets in het echte leven dat een plek krijgt in het verhaal. Ik speel zelf al lang niet meer de hoofdrol.  Dat is ergens rond mijn 12e jaar langzaamaan veranderd.  Maar de verhalen zijn er nog steeds. Ze worden bedacht, uitgewerkt en afgerond. En dan komt er een moment dat ik weet ‘het is klaar’. En dan kan ik het in de boekenkast in mijn hoofd wegzetten en aan iets nieuws beginnen.

Het is niet wonderlijk dat u dit niet van mij wist. Ik praat er immers nooit over. Niet omdat ik mij schaam of omdat ik denk dat ik gek ben. Integendeel, ik geloof zelfs dat mijn verhalen ervoor zorgen dat ik beter in het leven sta. Omdat het een uitvlucht blijft uit de dagelijkse beslommering en omdat het nog steeds, na ruim 50 jaar verhalen maken, de beste manier is om in slaap te vallen. U weet het niet van mij omdat het hebben van fantasie simpelweg geen gespreksonderwerp blijkt te zijn. Misschien schuilt er in u ook wel een John Grisham of een Steven King. Misschien zijn de boeken van Esther Verhoef kinderspel bij wat er in uw hoofd omgaat. We praten er niet over en dus weten we het niet van elkaar. Voor kinderen vinden we het heel gewoon, die spelen hun verhalen samen na en gebruiken hun poppen of actiefiguren als mediums voor hun verzinsels. Maar ergens in de pubertijd stoppen we met delen. Slechts een enkeling deelt door, verteld ze of zet het op papier. En dan is de wereld een Saskia Noort rijker….

Ook in mij is een romanschrijfster geboren. Een stille, eentje zonder uitgever en zonder boekomslag. Maar wel eentje met een oeuvre waar je “U” tegen zegt …….

En dat allemaal gemaakt op een gewone dag en met mijn ogen dicht …..  


zondag 8 februari 2015

Modderen ....

“Moederen of modderen” schreef een vriendin van mij boven een facebook verhaaltje. Het ging over de eeuwige strijd die elke ouder van binnen voert over de vraag of we het allemaal wel goed doen met onze kinderen. Je hebt een beeld van hoe je ouders het gedaan hebben en je maakt je keuzes wat je van die ervaring zelf wel door wilt geven en vooral ook, wat niet. Het gekke daarbij is natuurlijk dat je vroeger, toe je zelf 16 was, zeker wist “zo ging jij het later niet doen”. Nu, op mijn 51e, kijk ik achterom en denk ik dat ik vooral toch veel wel zo gedaan heb. Hetzelfde als mijn ouders. Ik geef hetzelfde antwoord op de dagelijks terugkerende vraag “wat eten we vandaag” ( “hussen met je neus ertussen” of “gebakken badschoenen met prikkeldraad”), ik geef dezelfde wijze woorden mee de wereld in (“beleefd een hand geven en U zeggen hoor”) en mopper over dezelfde zaken (“ruim je kamer nou eens op anders gooi ik alles in de prullenbak”). Dat laatste deed mijn moeder uiteindelijk nooit en ik natuurlijk ook niet. Mijn moeder gooide gewoon al onze losse spullen op het bed zodat je ’s avonds als je slapen wilde eerst alsnog alles moest opruimen. Want wee diegene die de zooi van het bed af terug op de grond kieperde !


Wat mijn eigen kind van al deze gewoontes oppikt en straks over zijn eigen kroost verdeeld is afwachten. Hij zal er zijn eigen ideeën bij gooien en de mix familie-routines nog rijker maken. Toch blijft de vraag “moederen of modderen” mij door het hoofd spoken. Ik vond het een mooi gevonden woordspeling en strooide hem in gedachten eens over mijn eigen ervaringen. Toen mijn zoon net geboren was heb ik me best wat keren zuchtend afgevraagd waarom de gebruiksaanwijzing niet bijgeleverd was. Hij was zo klein, helemaal afhankelijk van mij, en het arme kind had geen idee dat de hem toegewezen moeder echt geen clou had wat te doen. De eerste week werd ik geholpen door een lieve kraamhulp en een nog lievere schoonmama maar toen die beide na 7 dagen huiswaards trokken en ik helemaal alleen met dat hummeltje in huis zat leek een stevige jankbui mij de beste optie. Hoe moest dat nou ? Dat arme kind, opgezadeld met ouders die geen idee hadden. Ik rommelde maar wat aan die eerste tijd. Het voeden op tijd dat lukte wel, gelukkig trok de kleine man gewoon zijn scheur open als het te lang duurde, maar er waren zat andere dingen die ik best heel lastig vond. Ik wilde hem geen moment alleen laten dus als ik ging douchen hoe moest dat dat ? Boodschappen doen vond ik een hele onderneming en de nachten die ik wakker heb doorgebracht in zijn kamer zijn ontelbaar. Een huilend kind dat niet wil slapen en je niet kan vertellen waarom niet. Zo frustrerend. Het was voor mij dan ook een zegen dat hij, toen hij eenmaal begon te praten, bijzonder snel in vol-zinnen sprak en mij zonder omhaal kon vertellen wat er mis was. Dat maakte het leven een stuk gemakkelijker.

Door de jaren heen lig je heel wat uren wakker. Momenten waarop je je inderdaad afvraagt of je het allemaal wel zo goed doet. Je stuurt ze op pad en bid dat het goed gaat. Ik denk dat menig moeder net als ik, als het kroost net op de fiets naar school zit en er komt iets met een sirene langs, direct denkt “als hij maar….”. Op cruciale momenten in het leven hou je je adem in en kijkt je wat vaker hoe hij reageert. Toen mijn huwelijk de tand des tijds niet bleek aan te kunnen heb ik me, buiten mijn eigen verdriet, heel vaak afgevraagd hoe ik hem hier goed doorheen kon loodsen. Je zintuigen staan op scherp en je nachten worden verstoord door vele, vele pieker-uren. Nu mijn zoon en ik al weer een hele poos met zijn tweetjes wonen verbaasd het mij ook wel eens hoe goed we het samen hebben. Ik probeer er soms bewust bij stil te staan en ervan te genieten. Die momenten zijn fijn en als hij dan ’s avonds op de bank tegen me aan kruipt en we samen wat tv kijken dan doe ik maar eens een extra knuffel. En dan denk ik toch “ik doe het lang zo gek nog niet”.


“Moederen of modderen”, het blijft een interessante vraag. Ik denk overigens dat het ouderschap voornamelijk  het laatste behelst. Maar als modderen met liefde gebeurd dan kom je er wel. En mijn vriendin kan ik geruststellen. Beide is goed. Je hebt mooie zonen die uit groeien tot zelfstandige mensen. Er wordt wel eens met deuren gesmeten en er wordt wel eens gevloekt. Maar je bent moeder. Je volgt je hart en je moedert waar je kan. En soms modderen we maar wat aan en bidden dat het goed komt…..