dinsdag 29 juli 2014

Kareltje

Ik hoef inmiddels niet meer te vertellen dat ik dol ben op dieren. Oh, ik mopper me suf hoor, als er weer eens 1 niet doet wat ik wil, op mijn bed ligt (wat niet mag) en zeker als de hond terwijl het buiten 30 graden is, gezellig met zijn warme vacht op schoot wil liggen. Waar mijn normale dierenschare meestal bestaat uit knuffelbare exemplaren zit er soms een tamme vogel tussen, een verdwaalde apagonis of een kom goudvissen. En die laatste laten zich slecht knuffelen heb ik ontdekt.  Wat zich ook slecht laat knuffelen zijn de dieren die met onze huisdieren meekomen. Zeg maar, de “bijprodukten” van het hebben van huisdieren. Iedereen met een hond of een kat heeft er wel eens last van gehad. Hoe goed je ook spuit of poedert soms komen ze ineens op en zit je huis en je dierenschare vol….. vlooien….!  En omdat ik al mijn huisdieren namen geef heb ik ook deze dieren een naam gegeven. Karel. Ik heb het nooit eerder met iemand gedeeld en er is altijd het risico dat men mij voortaan vreemd gaat bekijken als het bekend wordt, dus het moet even tussen u en mij blijven maar in gedachten noem ik elke vlo Kareltje. Dus toen ik van de week bij het kammen van de hondenvacht een verdachte beweging zag tussen de blonde lokken ging ik iets verder graven en daar kwam tot mijn afschuw een vlo te voorschijn gesprongen. Ik greep dook met mijn vingers naar voren en plukte hem uit de vacht.  “Ha !” dacht ik, “Karel, kerel, je bent erbij !”.  En hoe gek ik ook ben op dieren, Karel moest dood. Dus een bakje water met een drupje afwasmiddel gepakt en Kareltje verdronken.

Nou moet u weten dat ik allergisch ben voor vlooien. Niet dat ik bulten of rode plekken krijg bij een beet. Nee, het is veel ernstiger. Zodra ik 1 vlo heb gezien krijg ik jeuk tot in het kruintje van mijn haren. Het idee van vlooien in mijn huis maakt me hyperactief en een tikje paranoïde  dus hond werd van onder tot boven uitgekamt, uitgepluist en leeg geplukt. Het resultaat : 5 Kareltjes met hun buikje omhoog in een bakje water. Ik stofzuigde de kamer, het kleed en de meubels tot de stof bijna wegsleet. Vervolgens ging ik de kat aan een onderzoek onderwerpen. En waar de hond zich gewillig laat kammen en er zelfs met poten wijd op de rug (de sloerie) voor gaat liggen is mijn kat een ander verhaal. Vernoemd naar Gijbrecht van Aemstel, een vermeend stadsheer uit een toneelstuk van Joost van den Vondel (geschreven 1637) waant mijn Gijs zich Heer des Huizes (met hoofdletters!) en een Heer verzorgt zich uitstekend en heeft geen hulp van zijn personeel nodig. Dus het Kareltjes-onderzoek bij Gijs resulteerde in 1 gevangen vlo en 7 gebruikte pleisters voor mijn onderarmen. U snapt… geen doen. En als altijd, zodra je het nodig hebt, grijp je mis op de vlooienpipetten. De volgende dag dus maar even nieuwe pipetten voor zowel de hond als de kat gehaald bij de plaatselijke dierenwinkel. De 2 kleine doosjes kostte me   € 42,00. Bij thuiskomst eerst de hond even opnieuw uitgekamd. Vangst : 13 drijvende Kareltjes. Aan de kat heb ik me maar even niet gewaagd. De pipetten gingen moeiteloos tussen de schouderbladen en de kamer werd opnieuw grondig gestofzuigd. 3 Dagen en 4x stofzuigen later bleek de hond te krioelen van de Kareltjes en zat zich doorlopend te krabben. Dus toog ik opnieuw richting dierenwinkel. Op de vraag of dit merk pipetten vaker was gebruikt moest ik positief antwoorden. “Dan is uw hond waarschijnlijk resistent geworden mevrouw, dan moet u een ander merk proberen.” Omdat je de hond niet wilt vergiftigen moet je dan keurig 4 weken wachten voor er een nieuwe pipet op mag. Ik zag direct al aankomen dat ik 4 weken niet ging redden. Dus, omgevingsspray en anti-vlooien shampoo gekocht en … ketsjing…. € 23,50 afgerekend.  Bij thuiskomst zat niet alleen de hond kwispelstaartend te wachten maar sprongen de Kareltjes me vreugdevol tegemoet. Dus opnieuw gestofzuigd, de kamer gesprayd en dan de hond in bad. Tja….. en dat laatste vind mijn Banjer NIET LEUK.  Als ik roep “ga je mee naar boven” stormt hij kwispelstaartend tussen mijn benen door de trap op maar zodat hij ziet dat de badkraan loopt, stormt hij met de staart tussen de poten weer naar beneden. Een strijd dus om hem erin te krijgen. Maar eenmaal in het water berust hij in zijn lot en zet hij zijn “oh, wat ben ik zielig, kijk maar eens hoe zielig, zooooo ZIELIG” gezicht op. Het bad dreef van de vlooien.
We zijn nu 2 dagen verder en bij het kammen van de hond telde ik vanavond opnieuw zeker 15 levende nazaten van Karel. En de anders zo blonde vacht ziet weer zwart van de spikkeltje…de volgende generatie. Ik heb inmiddels nog 2x de dierenspeciaalzaak bezocht en ben in het bezit van een waar arsenaal anti-vlooien producten. Internet onderzoek leert mij dat ik waarschijnlijk nog wel enkel weken bezig ben voor ik de plaag onder controle heb. De dure ongebruikte pipetten zullen stof  vergaren in de kast want ik moet dus nieuwe pipetten kopen van een ander merk. Het zal nog even moeten wachten. De dierenspeciaalzaak die ik vandaag opnieuw wilde bezoeken bleek namelijk dicht in verband met vakantie.  “Tja”, bedacht ik me, terwijl ik huiswaard toog. “op vakantie ......van de centen van Karel….”

maandag 21 juli 2014

Kun je Loom-en, Loom dan mee....

Ik geef het op ! Ik worstel hier nu al een paar weken mee. Het is heel vervelend omdat ik zo hard heb gevochten tegen deze rage maar de strijd nu toch dreig te verliezen. Het zit zo : enkele maanden geleden al werd ik mij bewust van de rage. Mensen om mij heen vertoonde alle tekenen en het  onderwerp van gesprek lag altijd op het zelfde. Ik begreep direct dat hier sprake was van een ernstige vorm van verslaving. En verslavingsgevoelig als ik ben zag ik direct en onmiskenbaar het gevaar voor eigen rust. U begrijpt dat ik mij subiet voornam mij hier niet mee in te laten. Ik zag de gevaren en besloot ter plekke dat deze manie mij voorbij zou gaan. Het ging weken goed. Ik hield mij verre van de actie en slechts af en toe liet ik mij verleiden om een exemplaar te bewonderen. Ik heb me nooit bemoeid met het “hoe” in de wetenschap dat weten “hoe” zou leiden tot “willen proberen”. Een willige collega die mij wilde laten horen hoe eenvoudig het was heb ik direct verbaal gesmoord. “Vertel het me niet, ik wil het niet weten”.  Bij het uitlaten met de hond werd ik er zelfs mee geconfronteerd. De dame die ik tegen kwam en met wie ik altijd reuze leuk kon praten had een exemplaar bij zich en showde deze vol trost. “Dat is wat voor jou” wist ze me te vertellen.  In mijn haast weg te komen struikelde ik bijna over de hond. Pfffttt…. Daar kwam ik goed weg zeg ! Tot vorige week. Bij een familiebezoek kwam het gesprek bijna automatisch op de rage. Het “Loom-en”. Mijn lieve nichtjes bleken er goed in en voor ik het wist zaten we gezamenlijk gebogen over de elastiekjes en werd mij de kunst van het elastiekjes haken uitgelegd. Het bleek inderdaad kinderlijk eenvoudig. Er kwam een grote bak op tafel met alle ge-loomde armbandjes. En waar ik al bang voor was gebeurde. Ik zag hoe het werkt. En ik zag de mogelijkheden. Getverderrie.  De kinderarmbandjes kan ik wel weerstaan maar in mijn hoofd ontstond direct de klik naar de “volwassen-sierraden”. Kwestie van kleur keuzes en combinaties. En nu heb ik dus een probleem. We zijn goed een week verder en ik heb me er nog steeds niet aan gewaagd om van die stomme elastiekjes te kopen. Maar ik weet inmiddels wel precies welke winkels je moet hebben. Waar ze goedkoop zijn en waar niet. En welke winkel welk assortiment heeft.

Ik verdrink me dagelijks in de You-Tube filmpjes over de technieken en de mogelijkheden en ook Pintrest help geen sodemieter want de foto’s zijn prachtig en ik heb honger naar kennis. Honger naar kennis en honger naar actie voor mijn vingers. En ik heb nog zulke prachtige ongebruikte bedels en kralen liggen. In gedachte heb ik zelf al de enorme kralenvoorraad van mijn zus geplunderd. Maar nee, ik hou me sterk. Ik ga er niet aan beginnen. Het is namelijk niet dat ik niet genoeg hobby’s heb of dat mijn creativiteit geen uitweg heeft. Nee, het is gewoon hebberigheid. Want als (let op, niet “wanneer” maar “als”) ik er aan begin dan blijft het gegarandeerd niet bij 1 bakje elastiekjes of 1 starters pakketje. Ik begon ook ooit met 1 pakje servetten en er liggen nu 12.000 servetten op zolder. Nee, niet beginnen is de enige optie.  Maar het is net als die muggenbult die zoooo jeukt en waarvan je weet dat krabben het alleen maar erger maakt. En zie er dan maar eens vanaf te blijven…….

(foto bron : pinterest)

zaterdag 19 juli 2014

Journaal

Soms ben ik wel eens in shock door wat ik zie in het journaal. En dan gaat het in dit geval niet eens om de narigheid in kwestie maar meer nog om de randvoorwaarden eromheen. Als er een ramp gebeurd dan heeft iedereen  ineens een mening en wordt de buurman een expert. Zo was er enkele jaren geleden een behoorlijk naar familiedrama hier in mijn woonplaats. Een man die zijn huis opblies, met daarin, buiten hemzelf om,  zijn vrouw en 3 kinderen. Uiteraard ben je in shock en uiteraard leef je mee als zoiets dramatisch zo dichtbij komt. De achtergrond van zo’n verhaal is niet te bevatten. Maar dan komt ineens op tv een journalist in beeld van een of andere commerciële RTL zender die op de plaats des onheils aan huilende omstander vraagt : “en wat vind u daar nou van ? Zag u dit aankomen?”. De huilende vrouw snotterde dat ze het zo erg vond en dat haar zoon iemand kende wiens buurjongen bij één van de kinderen in de klas zat en oh, ze kon er niet over praten. Zonder af te willen doen aan het drama dat vooraf gaat vindt ik dit bijzonder irritante TV. De journalist verdiend wat mij betreft alleen ontslag door het stellen van dit soort onzinnige vragen. Zelfs mijn moeder vond “vragen naar de bekende weg” geen antwoord waard. Ook ken ik niemand die op dat moment tegen de journalist in kwestie zegt “nou, spannend hoor, kan niet wacht en om het op mijn werk te vertellen….”. Toch blijkt uit onderzoek dat “Nederland” dit graag wil zien. Klaarblijkelijk vinden wij het prettig om publiekelijk mee te huilen met de narigheid van een ander. Dat blijkt eens te meer als je leest dat een ongeluk op de snelweg niet voor de langste files zorgt maar de kijkers aan de andere kant….. Er bestaat zelfs een officiële term voor : Rubbernekken. Mensen die dus zo bezig zijn met het leed aan de andere kant dat ze niet meer op hun eigen veiligheid letten en op de rem gaan.  Ik kan me daar mateloos over verbazen. Het gekke is dat we aan de andere kant onze ogen sluiten voor groot leed aan de andere kant van de wereld. “Ver van mijn bed” denken velen en gaan door met het dagelijks leven. Zo heeft onlangs de voetbal WK in Brazilië voor heel veel onrust gezorgd in het land zelf. Met heftige armoede in grote delen van het land, is het lastig te verklaren dat de regering van Brazilië heel veel geld stopt in het organiseren van het toernooi in plaats van dit geld ten goede te laten komen aan de bewoners. Kort, en verre van compleet, internet onderzoek zegt dat Brazilië ongeveer 14 miljard dollar nodig heeft gehad voor 64 spelletjes voetbal. Dat komt neer op bijna 219 miljoen dollar per spelletje. Zag u dat er aan af toen u met een biertje voor de tv zat ? Persoonlijk was ik al geïrriteerd dat ik in de kroeg waar we zaten € 3,50 voor een wijntje moest betalen dat ook nog eens niet eens van behoorlijke kwaliteit was….. Alle inkomsten van het toernooi, denk aan tv rechten, sponsoring en entrees voor de wedstrijden gaat overigens niet naar Brazilië maar rechtstreeks naar de FIFA. Die vrolijk op internet meldt blij te zijn met een positief financieel resultaat van de WK. Tja….. Ik denk dat ik ook blij zou zijn als ik een feestje mocht organiseren terwijl iemand anders de boodschappen doet…. Maar de miljoenen Brazilianen die opeen gestapeld in krottenwijken wonen kijken er vast iets minder zonnig naar.

Gelukkig kan het ook anders. Mijn nichtje en haar partner bezochten en plaats in Afrika en kwamen in aanraking met bewoners die hulp goed kunnen gebruiken en besloten ter plekke zelf iets te doen voor de mensen. Mijn zus heeft met een paar vrienden een gezin in Indonesië gesteund door de opleiding van de kinderen te betalen. Gewoon, zelf de nota van de school overmaken. Zo simpel is het soms. Voor ons overzichtelijke bedragen maar voor mensen daar onbereikbaar. Rechtstreekse hulp aan mensen die een gezicht hebben en voor wie je levensveranderende dingen kunt doen. Wat mensen zonder uitzicht krijgen ineens een toekomst. En laat alstublieft dan eens een journalist van RTL vragen aan de buurvrouw : “en… wat vind u daar nou van?”.  Dan mag dat wat mij betreft wel eens in het journaal komen….
 

zondag 13 juli 2014

Vies

Mijn zus heeft de gewoonte om, tijdens een wandeling door het plaatselijke park, het zwerfvuil dat haar voor de voeten ligt op te rapen en in de vuilnisbak te stoppen. Ze heeft er behoorlijk wat  werk aan. Toen ik vorige week na een barbecue bij haar thuis voorstelde om een rondje om de recreatieplas te gaan wandelen kon ik met eigen ogen constateren dat het geen overbodige luxe is. Het was een warme dag geweest en de recreatieplas vlak bij onze wijk is een geliefde plek voor zwemmers en zonaanbidders. De grasveldjes leunen met een lekker strandje tegen de plas aan en nodigen je uit om je kleedje neer te leggen. En wat fijn om dan een tas met wat drankjes en wat lekkers bij je te hebben. Een dagje ontspanning op een paar honderd meter van je huis. Wat wil een mens nog meer ?  De veldjes zijn rijkelijk voorzien van grote, niet te missen vuilnisbakken.
Echt, je kunt er niet omheen, op elk veldje tel je er al gauw een stuk of 5, 6.
Goed, lekker gegeten dus en met een volle maag leek een wandeling geen slecht idee. Zoonlief en de hond deden lekker mee en ge-vieren gingen we op pad. Het was een zwoele zomeravond en bij het park waren nog behoorlijk wat mensen op de been. Joggers, moeders die hun hongerige kinderen bij elkaar sprokkelde en wat mijn moeder vroeger “opgeschoten jeugd” noemde, die met elkaar, om een kratje Amstel heen, kletste over de wereldproblematiek. Een gewone, lekkere zomeravond dus. Wat mij echter choqueerde was de staat van het grasveld. Bezaaid met lege blikjes, lege chipszakken en ander huisvuil dat niet in, maar naast de vuilnisbak was gedeponeerd en alles waaide gezellig over het veld. De resten van een dagje zwemmen. Zuslief keek er niet van op en bukte om een lege koek-verpakking op te rapen.  Op haar pad naar de dichtstbijzijnde vuilnisbak bukte ze nog zeker 3 keer voor een blikje, een chocoladeverpakking en een leeg plastic flesje. De vuilnisbak bleek half leeg. Daar lag dus niet het probleem. Volgens mijn zus was dit een normaal aanzicht van het park aan het einde van de dag. Met zoonlief bespraken we wat we hiervan vonden. Gelukkig zei ook hij dat dit niet in de haak was. Een politiek-correct antwoord met zijn moeder in de buurt, maar ik vroeg me toch af wat hier mis ging. Ik denk namelijk dat elke ouder zijn kind leert om je afval in een bak te gooien. En dit zelf ook doet met het idee "goed voorbeeld doet goed volgen".

Een verdwaalde lege Albert Heijn-tas waaide voor de voeten van mijn zus en opnieuw bukte ze. Samen met mijn zoon begon ze een veldje schoon te maken. Het zal u niet verbazen dat de tas in razend tempo gevuld werd. Ons rondje om de plas veranderde in een 2 persoons-schoonmaak actie. Jawel, 2 persoons en niet 3. Ik constateerde namelijk bij mezelf een behoorlijke weerzin om andermans vuil op te rapen. Ofschoon ik behoorlijk wat neurotische tikjes meezeul in mijn leven is smetvrees daar geen deel van. Toch stond het mij tegen om de viezigheid van het veld te plukken. Zus en zoon schoonde het veld van afval. De vangst bestond voornamelijk uit etensverpakkingen. Een enkel artikel uit de persoonlijke hygiëne sfeer dat op het veld lag werd zelfs door zus gelaten voor wat het was. Ook zij heeft grenzen, dat blijkt maar weer.  Het veld werd door hun netjes achter gelaten.

Ik heb erg lopen nadenken over mijn weerzin om te helpen. Het laffe excuus dat mijn rug al dat ge-buk niet trekt werd dan misschien ter plekke geaccepteerd, maar zelf trap ik natuurlijk al lang niet meer in mijn eigen smoesjes. Uiteindelijk vond ik het gewoon een vieze klus. Je neemt immers van alles in je handen waarvan je niet weet wat er allemaal mee gebeurd is. Nou kunnen handen gewassen en dan is al het leed geleden, maar toch….. De voor- en nadelen van een opraaphulp in de vorm van een stok met een klemhandje aan de onderzijde, werden gesproken. Maar uiteindelijk komt het natuurlijk allemaal terug op de vraag waarom iemand…..wie dan ook…. denkt  dat hij of zij het recht heeft een ander voor het vuil te laten opdraaien. Uiteindelijk is dat volgens mij de basis vraag. Waarom zou ik verwachten dat een ander mijn vuil opruimt ? Of dat nou een lege chipszak op dit recreatieveld is of onze leeg-geroofde olievelden. Of onze oceaan vol plastic.  “Verbeter de wereld, begin bij jezelf” was de slogan vroeger. Tja….volgens mij heeft deze kreet nog niet aan kracht ingeboet…..  Ondertussen heeft mijn zus een prikstok of opraap-handje op haar verjaardagslijstje staan en heb ik mij, een week later, nog niet over geheel mijn weerzin om op te rapen heen gezet. “Verbeter de wereld….”…… ik zal daar lering uit moeten trekken en morgen wellicht ook maar een opraaphandje moeten kopen. Het “begin bij jezelf” niet alleen zoeken in geen afval creëren, geen afval gooien daar waar het niet hoort, maar ook in opruimen wat een ander achterlaat.  Tja…..

Een paar dagen later fietste ik met mijn zoon door hetzelfde park. We genoten van het mooie weer, de zon op ons gezicht en de mooie natuur van het park. We stopte om even naar de stilte te luisteren. Een konijntje huppelde over het gras en schoot bij het geluid van onze fietsen de bosjes in. Aan de rand van het pad lag een lege Mars-wikkel. Het enige vuil in een verder smetteloos grasveld. Mijn zoon bukte om het op te rapen en het in de vuilnisbak te gooien. En dacht aan mijn zus. “Goed voorbeeld ............".

zaterdag 5 juli 2014

Kindje....

Toen ze trouwde wist ze al dat kinderen niet vanzelfsprekend waren. De wens was er wel en ook haar man wilde niets liever maar de medische oorzaak van hun kinderloosheid was duidelijk. Ze was ook inmiddels 36 en wist dat dat haar mogelijkheden verder beperkte. De eerste arts bij wie ze te rade gingen was stellig en duidelijk. “Denk maar vast na over adoptie” was zijn antwoord. Zijn woorden werden nonchalant  gebracht maar sneden door haar ziel als messen. Toch besloot ze niet bij de pakken neer te gaan zitten.  Tijdens een consult met haar huisarts bracht ze het ter sprake. Deze arts was een lieve man die begripvol luisterde en direct actie ondernam. Hij sprak haar moed in en verwees hun naar een ziekenhuis in de omgeving waar een speciale kliniek was voor vruchtbaarheidsproblemen.  Haar man was direct enthousiast en samen ging ze op weg naar een medische mallemolen vol onzekerheden en emoties. De eerste gesprekken verliepen goed. De mogelijkheden en onmogelijkheden werden doorgesproken en na wat onderzoeken waren de artsen het erover eens dat IVF-ICSI hun enige kans was. Het hele traject werd uitgelegd en het duizelde de vrouw bij het horen van alle medische termen. In de geleverde folder las ze ’s avonds thuis nog eens na wat er dan precies allemaal ging gebeuren. Het jezelf injecteren met hormomen, het rijpen van eicellen, het forceren van een eisprong, de punctie en de terug plaatsing …. Het werd allemaal duidelijk uitgelegd in keurige, overzichtelijke stappen.  De folder was helder maar hoe dat allemaal ging voelen en hoe groot de kans van slagen was, daar bleek geen folder voor te zijn.  Na veel gesprekken samen besloten zij en haar man ervoor te gaan. Van het ziekenhuis kreeg ze een A4-tje met recepten voor de apotheek en de lading medicijnen, spuiten en naalden bleek te groot voor 2 plastic tasjes. Thuis werd alles eens bekeken en werd het allemaal heel echt. Toch had de vrouw geen twijfels meer. Als dit hun enige kans was dan moest dat geprobeerd. Vreemd genoeg begon de behandeling met een maand anticonceptie pil. Hiermee werd haar  eigen cyclus gereguleerd en daarna mocht ze de eerste spuiten nemen. Het ziekenhuis gaf spuitles en na enig aarzelen zette ze de eerste naald in haar eigen been.  “Daar gaan we dan” dacht ze nog en spoot voorzichtig de hormonen door de naald.  Het einde van het afwachten en het begin van een lange weg…..

De hormonen miste hun uitwerking niet. In de dagen die volgde groeide de eitjes in haar buik tot forse grootte. Anders dan een normale cyclus waar 1 eitje groeit kwamen bij de vrouw door de invloed van de hormonen ruim 20 eitjes tot leven.  Ook haar humeur had last van de hormomen. Ze huilde om niks en mopperde op alles. Haar echtgenoot nam alles liefdevol en gelaten en reed haar om de dag naar het ziekenhuis voor de controles. Het zetten van de injecties moest op vaste tijden en werd al gauw routine. In de auto, tussen 2 vergaderingen op het werk in, of thuis voor de tv. Soms kon ze het niet opbrengen en dan werd de injectie gedaan door haar man.  Maar altijd op de vaste tijd.  Het ziekenhuis bepaalde dat het tijd werd om te oogsten. Andere medicijnen moesten zorgen voor een eispong en er werd een datum uitgekozen voor “de puntie” . Onzeker over dit deel van de reis werd de vrouw nerveus. Het naarste stukje van de behandeling waarbij het rijpe eitje met een naald uit haar buik werd gehaald. Het moest. Haar kindje kon de reis aan zijn leven niet beginnen in haar buik dus moest het erbuiten gebeuren. Dus het moest. De pijnstillers verdoezelde haar kijk op de  wereld en ze liet gebeuren wat moest gebeuren. Na afloop voelde ze zich leeg. Leeg en moe en onzeker. Want nu moest ze het overlaten aan de artsen om van haar eitje een kindje te maken. En nu moest ze haar lijf, gekneust door de behandeling,  klaar maken om dat kindje te ontvangen en te kunnen laten groeien. De dagen die volgde waren lang en leeg. Het verlossende telefoontje van het ziekenhuis bracht rust. Er zijn goede embryo’s  en ze mogen komen om die te laten terug zetten in haar buik.  Het spannende wachten begint…….

Enkele weken later ligt de vrouw  in het ziekenhuis op een bed en kijkt naar een scherm waarop de echo van haar buik te zien is. Haar man staat naast haar en houdt haar hand vast. Ze zijn beiden nerveus en turen gespannen naar het scherm waarop zoveel te zien is waar ze geen wijs uit worden.  Hun wereld staat even stil en de angsten en onzekerheden van de laatste weken stormen door hun lijf. Het is stil in de behandelkamer. De arts glijd geroutineerd met de echokop naar de juiste plek en langzaam wordt een ronde donkere plek zichtbaar met een kleine witte stip erin. Het stipje beweegt en de arts zet het geluid van de monitor wat harder. De echokop wordt weer bewogen en stopt opnieuw bij het stipje. Door de luidspreker klikt een regelmatig en onmiskenbaar piepje van een hartslag. En de vrouw huilt……