De auto is een verlengstuk van ons huis, een plek waar je je
veilig en onbespied waant. Een plek ook, en dat vind ik dan weer gek, waar we
ons soms volledig laten gaan. Ik ken automobilisten die achter het stuur een soort
Godzilla worden. Mensen die het gevoel hebben dat niemand het beter kan dan zij
en voor wie iedereen aan de kant moet. Mensen die bij het minste spoortje
getreuzel voor ze, in een vloek-tirade
uitbarsten. Dat zijn vaak ook de mensen die, als je niet direct optrekt bij
groen licht, na anderhalve seconde al toeteren. Ik weet niet hoe u dat ervaart
maar ik heb dan altijd de neiging extra langzaam op te trekken. Als ze me dan
met gillende motor inhalen moet ik altijd de neiging tot wuiven bedwingen. Het
lost niks op maar het is zo prettig.
Ik zal niet zeggen dat ik me zelf altijd netjes gedraag ik
het verkeer. Mensen die me kennen weten dat autorijden zowiezo niet mijn hobby
is en dat ik liever naast dan achter het stuur zit. Maar ook ik heb een
speciale band met mijn auto. Mijn eerst, een kleine blauwe Datsun, staat in
mijn geheugen gegrift. Hij ging ten onder in een frontale botsing met een heer
van 2 straten verder, bij een onoverzichtelijke hoek en een fout geparkeerde
caravan. Ik kwam bloedend uit de strijd maar mijn Datsun was helaas ter ziele.
De aanblik van mijn totaal vernielde kleintje komt nog wel eens voor als ik
nare dromen heb. Brrr…. Auto’s die volgde waren vaak vooral praktisch. De kleur
niet altijd precies wat ik wilde en het model soms afgesteld op mijn
portemonnee maar uiteindelijk maakt dat allemaal niet uit. Na de eerste
onwennige week in een “nieuwe” tweedehands is het eigen geworden en ligt mijn
dashboard kastje weer vol onzinnige troep. Slecht 1 keer heb ik een auto
gekocht met mijn hart en niet met mijn verstand. Ik kwam bij de garage, zag hem
staan en was op slag verliefd. Hij stond nog op de brug maar ik zag al direct
dat dit “verkocht” was. Een lichtblauwe Nissan 100 NX. Zo-een waarvan de
dakpanelen eraf kunnen. Ze worden helaas niet meer gemaakt maar ik heb hem
jaren met veel liefde gereden. Tot ik zwanger raakte en moest constateren dat
deze achterbank zich totaal niet leende voor vervoer van baby’s. En tot ik
enige tijd later met mijn dikke buik niet meer zonder hulp uit de lage stoelen
kon komen. En geloof me, niks is zo gênant als uit een sportauto getakeld
moeten worden. Ik heb hem met bloedend
hart verkocht en gekozen voor een verantwoorde gezinsauto. Tja….. Toch ben ik niet ontevreden. Mijn wagen
brengt me waar ik zijn moet en is comfortabel. Hij wordt wat oud en dat ga je
wel merken. Hij krijgt wat kuren en laatst kwamen er zelfs forse rookwolken
onder de kap vandaan. Ik weet weinig van
techniek maar het leek me niet zo goed. De aardige man van de garage kwam hem ophalen
en bracht ter vervanging een kleine auto van een ander merk. Gloednieuw,
krap-aan 1400 kilometer op de teller. Zo-eentje met die specifieke geur die
alleen nieuwe auto’s hebben. Ik heb daar een paar dagen heerlijk in rondgetoerd.
Maar hoe goed dat ook beviel, toen na een paar dagen mijn eigen oudje weer
gereed was drukte ik nog net geen kusje op het dak. Ik rekende af en stapte in.
Hé…….fijn ! Weer thuis……
Geen opmerkingen:
Een reactie posten