zondag 22 februari 2015

Roman

Als kind had ik al verhalen in mijn hoofd. Zoals veel meisjes speelde ik zelf de hoofdrol in mijn prinsessenavonturen. Er was altijd iets met gevaar en ze liepen allemaal goed af. Dat was fijn. Want je kon er op bouwen en dat had ik nodig.  Als de echte wereld weer eens boos was, als de pestkoppen op school die dag gewonnen hadden of als ik om andere redenen de wereld even helemaal zat was, deed ik mijn ogen dicht en vertrok naar mijn avonturenwereld. Het hielp me door mijn schooljaren en het hielp me te kunnen slapen als de donkere kamer, na het uitgaan van het licht, zich om mij heen sloot en de monsters onder mijn bed lonkte. Ik deed mijn ogen dicht en in mijn hoofd ontrolde zich een verhaal met een heldin, met dialogen en met hoofd- en bijpersonen. En alle dingen die ik overdag niet durfde waren in mijn avonturen een makkie. Ik was moedig, gevat en de mooiste. En ik vergat de rest van de wereld.  Niet alleen ’s avonds in mijn bed kwam mijn fantasie tot leven ook overdag, als het druk was om mij heen of als ik behoefte had aan rust dan kon ik me terugtrekken in het verhaal dat gisteren begonnen was en ik plakte er met het grootste gemak een paar hoofdstukken tussen.  Ik heb lang gedacht dat iedereen dit had totdat ik er een keer over begon met een schoolvriendinnetje die mij aankeek alsof ik rijp was voor een gesticht. Hoezo verhalen ? Hoezo avonturen ? Je doet je licht uit en gaat slapen. Hooguit denk je nog even aan de gebeurtenissen van de dag maar daar blijft het bij. Ik vond het sneu voor haar. Het leek me een leeg en avontuurloos bestaan. Ik hield wijselijk mijn mond en begon over iets anders. Maar ’s avonds kreeg ze een rol in één van mijn verhalen. Een dappere rol, eentje met veel  actie en gered worden door een prins. Dan had ze toch nog wat…..


In de loop van de jaren heb ik meermalen geprobeerd de verhalen uit mijn hoofd op te schrijven. Ik heb nog schriften uit de jaren 80 met het begin van een roman waarvan ik tot op de dag van vandaag weet hoe het afloopt. In mijn hoofd was het klaar maar tijdens het schrijven overviel me het gevoel dat het gewoon niet snel genoeg uit mijn vingers kwam. Mijn hoofd was al 5 hoofdstukken verder en waar ik in mijn fantasie direct zag hoe alles eruit moest zien ging ik nu ineens proberen dat in woorden op papier te zetten. Een lastige, tijdrovende klus die ik heel erg snel zat was. Liever sloot ik mijn ogen en bedacht in mijn hoofd het vervolg. Dat was een leukere klus en sneller klaar. Als ik nu soms het schrift in mijn handen neem en teruglees in het verhaal dan zie ik dat er best veel klopt. Het leest niet onaardig weg en de personen zijn herkenbaar. Het is jammer dat er maar 2 hoofdstukken zijn. De rest van het verhaal weet ik wel maar zult u nooit lezen. Het blijft bij dat stukje schrift van 30 jaar geleden.

Tot op de dag van vandaag zitten er verhalen in mijn hoofd. Ik doe er tegenwoordig wel langer over om ze af te krijgen. Niet door de rukte van de dag, of de hectiek van volwassen zijn, maar simpelweg omdat ik door de jaren heen de boel steeds gedetailleerder uitwerk. Het kan weken duren voor het af is. De dialogen worden veranderd, details in de verhaallijn wordt hier en daar aangepast en soms gebeurd er iets in het echte leven dat een plek krijgt in het verhaal. Ik speel zelf al lang niet meer de hoofdrol.  Dat is ergens rond mijn 12e jaar langzaamaan veranderd.  Maar de verhalen zijn er nog steeds. Ze worden bedacht, uitgewerkt en afgerond. En dan komt er een moment dat ik weet ‘het is klaar’. En dan kan ik het in de boekenkast in mijn hoofd wegzetten en aan iets nieuws beginnen.

Het is niet wonderlijk dat u dit niet van mij wist. Ik praat er immers nooit over. Niet omdat ik mij schaam of omdat ik denk dat ik gek ben. Integendeel, ik geloof zelfs dat mijn verhalen ervoor zorgen dat ik beter in het leven sta. Omdat het een uitvlucht blijft uit de dagelijkse beslommering en omdat het nog steeds, na ruim 50 jaar verhalen maken, de beste manier is om in slaap te vallen. U weet het niet van mij omdat het hebben van fantasie simpelweg geen gespreksonderwerp blijkt te zijn. Misschien schuilt er in u ook wel een John Grisham of een Steven King. Misschien zijn de boeken van Esther Verhoef kinderspel bij wat er in uw hoofd omgaat. We praten er niet over en dus weten we het niet van elkaar. Voor kinderen vinden we het heel gewoon, die spelen hun verhalen samen na en gebruiken hun poppen of actiefiguren als mediums voor hun verzinsels. Maar ergens in de pubertijd stoppen we met delen. Slechts een enkeling deelt door, verteld ze of zet het op papier. En dan is de wereld een Saskia Noort rijker….

Ook in mij is een romanschrijfster geboren. Een stille, eentje zonder uitgever en zonder boekomslag. Maar wel eentje met een oeuvre waar je “U” tegen zegt …….

En dat allemaal gemaakt op een gewone dag en met mijn ogen dicht …..  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten