Over smaak valt niet te twisten. Dat werd me gisteren weer
eens duidelijk. Ik liep te slenteren over een creamarkt waar ik zelf een kraampje had staan. Geholpen door mijn zus
en zoon hadden we de tafels ingericht en waren klaar voor de klanten. Om een
beetje een indruk te krijgen van de concurrentie en collega’s op de markt
maakte we om de beurt een rondje terwijl de ander op de handelswaar paste. De
markt was net open en het eerste bezoekers liepen binnen. De organisatie had haar
werk goed gedaan. De ruimte was vol, maar niet té vol en de tafels hadden
voldoende ruimte eromheen zodat de bezoekers in alle rust konden rond kijken. Voor
de sfeer had de organisatie bedacht muziek op de achtergrond op te zetten. En
terwijl ik daar rondslenterde werd ik me ervan bewust dat onze smaken niet
geheel op 1 lijn zitten. Uit de speakers klonk voornamelijk Nederlandse muziek
met een hoog Frans Bauer gehalte. Begrijp me goed, ik heb Frans Bauer hoog in
het vaandel staan en het lijkt me een bijzonder sympathieke man maar zijn
muziek is niet de mijne. Terwijl ik dat
bedacht liep naast mij een dame met een natgeregende blauwe jas aan, zachtjes
voor zich uit mee te zingen. Ze was duidelijk bekend met het repertoire want ze
zong de woorden van voor tot achter uit het hoofd. Ik stond even stil en luisterde
naar haar. Al was het zachtjes, ik kon duidelijk horen dat ze een prettige stem
had. Haar hoofd deinde een beetje mee met het deuntje en ze keek op haar gemak
bij een kraam met handgemaakte kettingen. Het leek me dat ze zich er niet van
bewust was dat ze meezong. Ze slenterde verder en ik liep onopgemerkt een stukje met haar op benieuwd als ik was of ze
het meezingen zou volhouden. Het liedje liep ten einde en de speakers zwegen
een paar seconden in heerlijk rust. Een nieuw melodietje zette in en de dame
begon vanaf de eerste zin mee te doen, haar hoofd opnieuw in het ritme bewegend.
Het was een genot om naar te kijken. Ze werd zich bewust van mijn gestaar en
draaide zich om. De lippen zwegen, haar ogen vragend. “Lekker hé…”zei ik, om me
een houding te geven en ik vluchtte weg naar een kraam met kaarten. De dame
richtte zich weer op de tafels voor haar en pikte het deuntje binnen enkele
seconden weer op.
Het spookte nog wel een tijdje door mijn hoofd. Zelf zal ik
niet gauw muziek opzetten. Oh, er zijn genoeg muziek soorten die ik heerlijk
vind. Zo kan ik lekker meebrullen met Marco Borsato, stil genieten van Genesis
en mijn stembanden verknallen op de muzikale loopjes van Earth, Wind and Fire. Een
brede smaak voor mijn gevoel, van klassiek tot disco tot Racoon. Allemaal
prima, maar alleen op momenten dat ik niks anders om me heen heb. Als ik werk,
als ik een gesprek wil voeren of als ik me ergens op moet concentreren moet het
bij voorkeur stil zijn om me heen. Heel stil. Ik pik gewoon teveel op. Als mijn zoon tv kijkt
met vrienden en 1 van die vrienden gebruikt zijn telefoon dan is het me al
teveel. Als ik op mijn werk zit en om mij heen voeren collega’s gesprekken dan
pik ik al die gesprekken op. Ik mijd drukke, volle ruimtes en wordt gek van
drukke winkels waar de muziek hard staat. Of eigenlijk van alle winkels waar de
muziek hard staat. Vorige week bracht ik een bezoek aan een groot warenhuis
waar de diverse kledingmerken hun eigen hoek van de ruimte hebben. Uit 3
verschillende hoeken kwamen 3 verschillende melodieën. Dat vind ik niet alleen
irritant, het zorgt dat ik direct de winkel verlaat. Teveel van het goede. Mijn zus noemde me ooit “hoog
sensitief”. Zonder enige medische onderbouwing bedacht ik me dat ze daar wel
eens gelijk in kon hebben. Ik googelde de term eens en het bleek zowaar een
heuse officiële aandoening te zijn. En zelftest op een medische website moest
uitkomst bieden. Ik vulde de lange vragenlijst in en drukte vol verwachting op
de knop “geef mij de uitslag”. Er ging nog net geen alarm af op mijn computer. “Ja
hoor…” dacht ik bij mezelf … “nooit iets in de staatsloterij. Nou valt er niks
te winnen en heb ik de hoofdprijs..”. Nou ja…. Uiteindelijk doe je natuurlijk niks
met de uitslag van zo’n testje. Het is vulling voor een rustige zondagmiddag en
je wordt er uiteindelijk niet anders van.
Mijn zondagmiddag slibde verder dicht
met het opruimen van de markt-spullen en het schoonmaken van mijn huis. Mijn
zoon zat boven achter zijn Xbox en had
voldoende aan zijn eigen herrie. Muziek dus. Ik zocht in de kast maar eens een CD op. Iets
dat ik dan echt mooi vindt en waar ik warm van wordt van binnen. In een verder
stil huis zette ik Vivaldi op. Dikke muziek vindt ik dat. Dikke
muziek met krullen. Ik stond stil in huis en de muziek golfde om mij heen. Ik
sloot mijn ogen en genoot van de zware cello op de achtergrond. De deur van de huiskamer
vloog open en zette me direct met mijn voeten terug op aarde. “Tjeesis, wat is
dat voor klere herrie” riep zoonlief boven de viooltonen uit. Tja... dat is dus duidelijk….over smaak
valt niet te twisten…….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten