Echt, je kunt er niet omheen, op elk veldje tel je er al gauw een stuk of 5, 6.
Goed, lekker gegeten dus en met een volle maag leek een wandeling geen slecht idee. Zoonlief en de hond deden lekker mee en ge-vieren gingen we op pad. Het was een zwoele zomeravond en bij het park waren nog behoorlijk wat mensen op de been. Joggers, moeders die hun hongerige kinderen bij elkaar sprokkelde en wat mijn moeder vroeger “opgeschoten jeugd” noemde, die met elkaar, om een kratje Amstel heen, kletste over de wereldproblematiek. Een gewone, lekkere zomeravond dus. Wat mij echter choqueerde was de staat van het grasveld. Bezaaid met lege blikjes, lege chipszakken en ander huisvuil dat niet in, maar naast de vuilnisbak was gedeponeerd en alles waaide gezellig over het veld. De resten van een dagje zwemmen. Zuslief keek er niet van op en bukte om een lege koek-verpakking op te rapen. Op haar pad naar de dichtstbijzijnde vuilnisbak bukte ze nog zeker 3 keer voor een blikje, een chocoladeverpakking en een leeg plastic flesje. De vuilnisbak bleek half leeg. Daar lag dus niet het probleem. Volgens mijn zus was dit een normaal aanzicht van het park aan het einde van de dag. Met zoonlief bespraken we wat we hiervan vonden. Gelukkig zei ook hij dat dit niet in de haak was. Een politiek-correct antwoord met zijn moeder in de buurt, maar ik vroeg me toch af wat hier mis ging. Ik denk namelijk dat elke ouder zijn kind leert om je afval in een bak te gooien. En dit zelf ook doet met het idee "goed voorbeeld doet goed volgen".
Een verdwaalde lege Albert Heijn-tas waaide voor de voeten van mijn zus en opnieuw bukte ze. Samen met mijn zoon begon ze een veldje schoon te maken. Het zal u niet verbazen dat de tas in razend tempo gevuld werd. Ons rondje om de plas veranderde in een 2 persoons-schoonmaak actie. Jawel, 2 persoons en niet 3. Ik constateerde namelijk bij mezelf een behoorlijke weerzin om andermans vuil op te rapen. Ofschoon ik behoorlijk wat neurotische tikjes meezeul in mijn leven is smetvrees daar geen deel van. Toch stond het mij tegen om de viezigheid van het veld te plukken. Zus en zoon schoonde het veld van afval. De vangst bestond voornamelijk uit etensverpakkingen. Een enkel artikel uit de persoonlijke hygiëne sfeer dat op het veld lag werd zelfs door zus gelaten voor wat het was. Ook zij heeft grenzen, dat blijkt maar weer. Het veld werd door hun netjes achter gelaten.
Ik heb erg lopen nadenken over mijn weerzin om te helpen. Het laffe excuus dat mijn rug al dat ge-buk niet trekt werd dan misschien ter plekke geaccepteerd, maar zelf trap ik natuurlijk al lang niet meer in mijn eigen smoesjes. Uiteindelijk vond ik het gewoon een vieze klus. Je neemt immers van alles in je handen waarvan je niet weet wat er allemaal mee gebeurd is. Nou kunnen handen gewassen en dan is al het leed geleden, maar toch….. De voor- en nadelen van een opraaphulp in de vorm van een stok met een klemhandje aan de onderzijde, werden gesproken. Maar uiteindelijk komt het natuurlijk allemaal terug op de vraag waarom iemand…..wie dan ook…. denkt dat hij of zij het recht heeft een ander voor het vuil te laten opdraaien. Uiteindelijk is dat volgens mij de basis vraag. Waarom zou ik verwachten dat een ander mijn vuil opruimt ? Of dat nou een lege chipszak op dit recreatieveld is of onze leeg-geroofde olievelden. Of onze oceaan vol plastic. “Verbeter de wereld, begin bij jezelf” was de slogan vroeger. Tja….volgens mij heeft deze kreet nog niet aan kracht ingeboet….. Ondertussen heeft mijn zus een prikstok of opraap-handje op haar verjaardagslijstje staan en heb ik mij, een week later, nog niet over geheel mijn weerzin om op te rapen heen gezet. “Verbeter de wereld….”…… ik zal daar lering uit moeten trekken en morgen wellicht ook maar een opraaphandje moeten kopen. Het “begin bij jezelf” niet alleen zoeken in geen afval creëren, geen afval gooien daar waar het niet hoort, maar ook in opruimen wat een ander achterlaat. Tja…..
Een paar dagen later fietste ik met mijn zoon door hetzelfde
park. We genoten van het mooie weer, de zon op ons gezicht en de mooie natuur
van het park. We stopte om even naar de stilte te luisteren. Een konijntje
huppelde over het gras en schoot bij het geluid van onze fietsen de bosjes in.
Aan de rand van het pad lag een lege Mars-wikkel. Het enige vuil in een verder
smetteloos grasveld. Mijn zoon bukte om het op te rapen en het in de vuilnisbak
te gooien. En dacht aan mijn zus. “Goed voorbeeld ............".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten