Ik ben niet zo enorm feest-beest. Opgegroeid in een gezin
waar het motto was “doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg”, was ik een verlegen en wat introvert kind dat
op partijtjes van vriendinnetjes wel meedeed maar eigenlijk liever een beetje
van de zijlijn toekeek. Toen ik een jaar of 16 was moest ik van mijn ouders op
dansles. Het verlegen meisje in mij voorzag uren aan de kant zitten, kijkend
naar de dansende stelletjes. Ik voelde tegenzin maar mijn moeder was stellig.
Dansles hoorde bij de opvoeding en was dus verplichte kost. De etiquette bij de dansschool waren nog van
de oude stijl en dus moesten de “heren” de “dames” officieel ten dans vragen.
Nou leest u het woord heren maar stelt u zich er niet te veel van voor. Denk
aan puisterige 16 jarige twijfel-mannen die wat onwennig in het verplicht
gestelde pak gestoken waren en meer last hadden van hun stopdas dan van hun
danstalenten. Bij de eerste les zaten we met zijn allen in een keurige rij om
de dansvloer heen. De meisjes aan de ene kant en de jongens aan de andere kant
van de zaal. Over de nog lege dansvloer heen keken we wat schichtig naar elkaar
en werd er over-en-weer gepeild wie als mogelijke danspartner zou verschijnen.
Ik keek eens voorzichtig om mij heen en constateerde al gauw dat de verhouding
jongens/meisjes niet klopte. Wij waren sterk in de meerderheid dus de kans dat
je als muurbloempje op een stoel moest toekijken leek groot. Het was een plek
die ik kende maar niet prefereerde. De dansleraar legde de regels uit en
nodigde vervolgens geroutineerd de jongens uit om op te staan en een meisje ten
dans te vragen. Er werd wat geschuifeld op de stoelen en ik voelde het ongemak
aan de overkant groeien. De leraar
herhaalde de vraag en trok een jongeman van een jaar of 17 aan de mouw van zijn
jasje uit de stoel en bonjourde hem onze kant op. Zichtbaar nerveus kwam de
jongen in beweging. Ik keek ernaar en voelde met hem mee. Naar mate hij
dichterbij kwam begon ik me ook ongemakkelijk te voelen. Want ik wilde
wel-is-waar niet on-gevraagd en alleen aan de kant blijven zitten maar om nou
als eerste de vloer op te moeten zag ik ook niet zitten. Tot mijn opluchting
vroeg de jongen een meisje dat 2 stoelen naast mij zat en mocht ik daarna
getuigen zijn van hun
“shit-ik-sta-hier-in-mijn-uppie-en-iedereen-kijkt-naar-mij” momentje. Blij dat
ik in mijn veilige zone kon blijven maar stiekem ook een beetje jaloers op de
aandacht. Ik werd een paar minuten later ten dans gevraagd door een blonde
jongeman in een zwart velours pak. Hij was niet veel groter dan ik maar wel
enkele jaren ouder en stelde zichzelf voor als ….nou ja, laten we hem maar
David noemen. Hij bleek een assistent van de dansschool en zijn danskwaliteiten
lagen boven het beginnersniveau. Wat onwennig liep ik achter hem aan de
dansvloer op. Als 16-jarig schuchter meisje was ik niks gewend en toen David mijn
hand pakte en zijn andere hand op mijn rug legde om de begin-danshouding aan te
nemen kwam ik dicht bij hem te staan. Ik rook vaag de overblijfselen van zijn
aftershave en was me nadrukkelijk bewust van zijn lijf tegen het mijne. Het
verhaal van de dansleraar ontging me volledig en ik volgde alleen de beweging
en de richting die David me op stuurde. Vanaf dat eerste moment, die eerste
danspassen, werd ik verliefd op het ballroom dansen in het algemeen en op David
in het bijzonder. De Engelse wals, de Tango en de quickstep, in het jaar dat
volgde werden de dansen me eigen en werd David een vaste factor in mijn
onzekere tiener bestaan. Het was donderdag, er was dansles en er was David. Er
was altijd David. Uit alle jongens met wie ik dat eerste jaar danste kwam David
er altijd, ondanks zijn kleine postuur, met kop en schouders bovenuit. Op
donderdag avond kwam ik thuis, blij van de les, maar verdrietig over de lange,
lege week zonder dansles voor me. En vanaf vrijdag telde ik de uren voor het weer
donderdagavond was. Want dan mocht ik weer. En dan was hij daar weer.
Het hele seizoen heb ik niets gezegd. Verlegen als ik was,
schuchter en onzeker, heb ik gedanst en gedroomd maar verder niets ondernomen.
David was er altijd wel maar als een soort onwerkelijk ver sprookje. Dicht bij
maar ontoegankelijk. Op de laatste les van het jaar moesten we af-dansen. Een
soort examen voor de lessen. Deed je het goed, dan kreeg je een bronzen speldje
en mocht je het jaar erna door voor zilver. Ik danste die avond als altijd met
David. Vlekkenloos en probleemloos danste we de wals, de tango en de chachacha.
Mijn voeten deden wat ze moesten maar mijn hoofd was er niet bij. Want hoe
dichtbij hij ook was, het naderend afscheid voelde ik als zware lucht tussen
ons in hangen. Het dansen was voorbij, het brons gehaald. De muziek stopte en
de jassen kwamen tevoorschijn. In het
afscheid bleef ik steken. Zoveel was er wat ik wilde zeggen maar het kwam er gewoon niet uit. “Nou dag….” Veel verder kwam ik
niet. Hij liep weg en ik keek hem na.......
In de jaren die volgde heb ik nog vele danslessen gevolgd
bij diverse dansscholen maar het werd nooit meer als dat eerste jaar. Het
zilver werd gehaald, de vervolg lessen leidde tot de prachtigste dansroutines
maar nooit, nooit werd het als dat eerste jaar.
Niet meer die knoop in je maag en de geur van zijn aftershave. Mijn
verliefdheid voor David is gesleten maar mijn liefde voor de ballroom is vers
als de eerste dag. Een mooi gedanste engelse-wals of Tango kan mij raken tot in
mijn ziel en ondanks dat ik al jaren niet verder kom dan een incidenteel
quickstepje op een bruiloft is het een liefde die niet meer overgaat. En brons
blijft voor mij het goud van dansen. De
muziek begint en je zet de eerste stappen. En met wie ik ook dans, welke dans
het ook is…..van ver komt de vage geur van zijn aftershave in mijn neus.
Onlosmakelijk verbonden met de stappen van mijn voeten …..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten