Deze week zijn de gemeenteraad verkiezingen. En dat is dan
weer klooien op een heel ander niveau. Want nu gaat het ineens om de mensen die
bij mij in het dorp de dienst uitmaken. Het gekke is, als ik een beoordeling op
het werk krijg dat heb ik de neiging extra hard te gaan werken. Goed mijn best
doen en opvallen zodat de baas ziet hoe goed ik bent. Nou ja, ik praktijk valt
het mee hoor, maar u snapt wat ik bedoel. De politici werken zo niet. Een maand
of wat voor de verkiezingen stopt iedereen met werken en zodra er wat besloten
moet worden gaan de handen in de lucht en de schouders in de “weet
ik veel”-stand. Want ze gaan echt geen projecten meer starten waar een andere
politicus straks zijn plas nog over moet doen. Zo probeert onze lokale wijkraad
al enige tijd iets te regelen omtrent een leegstand pand op een prominente plek
in de wijk maar bij de gemeente roept iedereen “kom na de verkiezingen maar
terug”. Dat lijkt me toch een gemiste kans.
Een paar dagen geleden werd ik op straat aangesproken door
een man met een Forza-jasje aan. Ik had zijn hoofd al eens op affiches langs de
weg gezien. Er staat een meneer op in een streepjes pak, iets te glad gekamde
haren en een wat strenge, overheersende bril. Hij hield mij staande en ik
herkende zijn bril direct. Hij had de strijd al verloren zonder zijn mond open
te doen. Dat heb je soms. Zijn, nog steeds glad gekamde, haar ging de strijd
aan met de wind en won. Hij stelde mij een vraag maar het drong niet goed tot
mij door wat hij nou wilde weten. Ik was gefascineerd door dat haar dat ondanks
de toch behoorlijke windvlagen plat en onbeweeglijk op zijn hoofd bleef liggen.
Opmerkelijk, dacht ik, wat voor lak zou hij daarvoor gebruiken. Of hoeveel ? Zijn
vragen gingen verloren in de maalstroom van mijn gedachten en ik mompelde iets onbeleefds
als “haast” en “geen tijd” en dook de supermarkt in. Ik deed mijn boodschapjes
en zocht mijn auto weer op. De Forza-man liep nog te scharrelen langs de geparkeerde
auto’s en deed echt zijn best om gehoor te
vinden onder de gehaaste mensen. Het begon wat te regenen maar daar leek
de man, en zijn kapsel, weinig last van te hebben. Ik heb toch nog wel even
lopen nadenken over deze politieke actie. “Campagne voeren” noemen ze dat
geloof ik. Pennen en ballonnen uitdelen op een middag dat de harde werkers
onder ons gewoon op kantoor zitten of de bus besturen. Zou je dan echt iets bereiken met dat geleur ?
Zou je zieltjes winnen daar op die tochtige parkeerplaats ? Het lijkt mij
effectiever om dat gesprek met die wijkraad te voeren en iets leuks te gaan
regelen met dat leegstaande pand. Daar hebben de mensen toch meer aan ?
Goed, u begrijpt inmiddels dat deze partij mijn stem niet
krijgt. Maar wie dan wel ? Dat weet ik op dit moment echt nog niet. Ik ken
niemand op de lijst. Het zijn namen bij een pasfoto en het blijft toch een
beetje ezeltje-prik. Ik ga wel stemmen. Ik vind namelijk wel dat je niet mag
zeuren over de gemeentelijke besluiten als je niet stemt. En ik zeur best graag, dus
dat recht wil ik niet verliezen. En ik vind ook dat mijn stem een weloverwogen
keus moet zijn. Dus heb ik maar eens de stemlijst erbij gepakt en een rood
potlood. Ik streep weg wie het zeker niet wordt. Het elimineert al de halve
lijst dus dat schiet lekker op. De andere
helft ga ik maar eens googelen en ook dan verwacht ik veel rode strepen. De paar
die overblijven komen op de goede stapel en daar ga ik dan maar eens een
nachtje over slapen. Of misschien toch die blinddoek pakken en die spelt. Want politiek
….. het blijft voor mijn gevoel een spelletje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten