Bij het maken van de afspraak was het contact al prettig. Het onderzoekje
kon op mijn vrije dag en ik mocht kiezen tussen 8 uur of 11 uur ’s ochtends. Nou ben
ik niet zo’n ochtend mens en zoals gezegd het was geen werkdag dus koos ik voor
11 uur. Kon ik lekker rustig aan doen. Dat leek best een goed idee. Toen we de
gegevens voor de afspraak aan het afronden waren zei de dame aan de telefoon als
laatste “oh ja, u moet wel even nuchter blijven”. Deze simpele zin bleef hangen
in mijn hoofd. Bij het neerleggen van de telefoon bedacht ik ineens dat ik dan
misschien beter voor 8 uur had kunnen kiezen maar enfin, ik zou de wekker wel wat later zetten,
lekker uitslapen en dan was het wel te
doen.
Op de dag voor de afspraak kwam zoonlief thuis uit school
met de mededeling dat hij zijn huiswerk Nederlands onvoldoende had gemaakt en
dat de docente had besloten dat hij, om het nou maar eens te leren, zich de
volgende ochtend extra vroeg moest melden. “Kun je me dan om kwart voor 7
roepen mam?” ….. Daar ging
mijn “lekker uitslapen zodat ik niet aan mijn lege maag hoefde te denken". Nou is
het natuurlijk helemaal geen ramp om een paar uurtjes niet te mogen eten.
Mijn lijf staat dan wel ingesteld op een stuk of 6 kleine maaltijden per dag
en al een uur of 2 na mijn ontbijt begint de boel te knorren, maar zelfs ik kan best
een poosje zonder. Maar hoe gaan die
dingen ….. juist dat wat je niet mag, blijft in je hoofd hangen en wordt ineens
mega belangrijk. Zet mij in een gebouw zonder
toilet en er is niets aan de hand maar zodra ik WEET dat er geen toilet is krijg
ik acuut plasdrang. Zo gaat dat. Dus, weten dat er niet gegeten
mag worden betekende in mijn geval dat ik om 6 uur al wakker werd met alleen
maar in mijn hoofd “honger !!!”. Tja, en
dan duurt het best een poosje tot het 11 uur is. Watertandend heb ik het lunchpakket voor
zoonlief in staan pakken, dromerig heb ik naar de koffiepot gekeken en als een malloot heb ik aan de kaas staan ruiken. God, wat
rook dat lekker. Zou ik een klein stukje …. Nee, toch maar niet gedaan. Meteen maar een paar boterhammetjes gesmeerd
en in mijn tas gedaan voor “naderhand”. Daar zou ik dan vast wel trek in
hebben. Bij het ziekenhuis gekomen mocht ik plaatsnemen in een bomvolle wachtruimte van de afdeling radiologie. Ik zag direct dat mijn uithoudingsvermogen op de proef zou worden gesteld. Zittend op de enige beschikbare stoel, een plastic kleuterstoeltje aan een lego tafel, keek ik eens om me heen. Bij de balie stonden 3 bedden op een rij waarin patiënten lagen te wachten op hun beurt. Alle 3 maakte ze de indruk voorlopig nog niet naar huis te mogen. De middelste dame had een indrukwekkende hoeveelheid infusen, slangetjes en verband aan haar tengere lijf en één van de heren had beide benen in het gips. Op de bank vlakbij zat een moeder met een in-bleek zoontje op haar schoot. Ik schatte het jochie een jaar of 5 en hij hield angstvallig zijn linkerarm tegen zijn lijfje gedrukt. Moeder suste zachtjes in zijn oor en af en toe welde er een diepe snik bij hem omhoog. Twee dames van middelbare leeftijd zaten een tijdschrift te lezen en toen 1 van beide dames aan de beurt was vroeg de ander "zal ik even meelopen Els?” Els vond het een goed idee en sjokte op krukken naar de behandelkamer terwijl haar vriendin bepakte met jassen en tassen erachteraan liep. Ik wachtte 25 minuten op mijn beurt. Mijn maag knorde er lustig op los.
Het onderzoek verliep snel en probleemloos. Na afloop liep
ik de behandelkamer uit richting uitgang.
Buiten gekomen werd mijn weg versperd door een ouder echtpaar dat stevig
gearmd in een sukkelgangetje voor mij uit liep. Ik zag hen van de achterkant
terwijl zij naar hem opkeek en zei “lekker hé, zo eventjes buiten?”. Hij mompelde iets onverstaanbaars. Toen ik hen
inhaalde en even opzij keek zag ik dat de helft van zijn gezicht, half
verscholen onder de kraag van zijn jas, scheefgezakt naar beneden hing. Hij leunde
zwaar op zijn vrouw terwijl hij voorzichtig verder liep. “Tja,” dacht ik, terwijl ik mijn auto opzocht, “geen plek zo goed als het
ziekenhuis om een mens nederig te maken en je gelukkig te prijzen met je eigen
goede gezondheid”. Bij het zien van
zoveel narigheid realiseerde ik me eens te meer hoe fijn het is om rechtop, op
eigen benen naar buiten te wandelen en te gaan genieten van mijn vrije dag. Pas halverwege de rit naar huis dacht ik aan
de boterhammen in mijn tas……
Je blijft me boeien met je duidelijk herkenbare verhalen. Mooi hoor Conny!
BeantwoordenVerwijderen