zaterdag 28 december 2013
Tabletje
In sommige winkels kom ik niet graag. Niet omdat de winkel
niet mooi is, het aanbod niet aantrekkelijk of de prijs niet juist. Nee, voor
sommige winkels mis ik eenvoudigweg de ruggengraat. Neem de drogist in ons
plaatselijke winkelcentrum in mijn woonwijk. Een gewone drogist, verbonden aan
een heel gewoon merk, met hele gewone spullen. Ideaal zou je denken, voor de
nodige shampootjes en nagellakjes.
Inderdaad, ideaal. Maar de personeelsleden in de winkel hebben van hun
baas een bijzonder effectieve verkoop training mogen volgen. Oh, ze zijn
bijzonder aardig. Heel behulpzaam en vriendelijk. Maar een simpel artikel
afrekenen dat je zelf uit de winkel hebt gepakt wordt al gauw gevolgd door de
vriendelijke vraag “mag ik u nog attenderen op….”. Hierna wordt een hoestdrankje
onder mijn neus gehouden dat in een betoog van enkele minuten wordt aangeprezen
als het beste hoestdrankje ooit. Als je, net als ik, karakter-technisch iets te
vaak een ander een plezier wil doen dan
is het behoorlijk lastig om je staande te houden in deze winkel. Zo had ik pas een
eenvoudig doosje paracetamol tabletjes nodig. Wachtend op mijn beurt zie ik precies wat ik wil
hebben. Het ligt achter de toonbank opgesteld. Een pakje paracetamol van het
huismerk. Een klein doosje, 20 tabletjes
voor € 0,95. Met mijn portemonnee in de aanslag meld ik de vriendelijke dame
wat ik nodig heb. Ik wijs het zelfs aan. Zij draait zich om en pakt iets
anders. Met haar tekst “mag ik u attenderen op …” legt ze een pakje van een
speciaal merk voor me neer en verteld me dat deze pijnstillers eigenlijk veel
beter zijn. Met vloeibare paracetamol en werken daardoor sneller en worden
beter opgenomen. Pakje van 10 stuks à € 4,95. Nadat ik nog wat twijfelend kijk
naar mijn eerste keus achter haar in het schap, kijkt de dame mij vriendelijk
doch beslist aan. Ik lees het in haar ogen. Zij weet het en ik weet het, ik ga
overstag. Na een korte aanmoediging van haar kant (“echt als u dit eenmaal geprobeerd
heeft wilt u nooit meer anders”) reken ik af en verdwijnt het doosje in mijn
tas. Thuis gekomen bekijk ik mijn aankoop eens goed. Het plastic gaat van de
verpakking en ik haal de strip eruit. Het blijken capsules te zijn. Nou verslik
ik mij al ik een zandkorrel en normale paracetamol wordt altijd in een glas
water opgelost voor ik het inneem dus ik weet direct “deze ga ik niet
gebruiken”. De verpakking is open en dus
is terug brengen naar de winkel geen optie. Tja…. Uiteindelijk kocht ik
diezelfde middag bij een groot Kruidvat-filiaal, lekker anoniem een nieuw doosje met
de juiste tabletten. Afgerekend bij een norse 16 jarige puber die al kauwgom
kauwend en zonder me aan te kijken het af te rekenen bedrag
noemt. Zelfs een poging tot “alstublief” kon er niet af. Maar ik had wat ik wilde hebben.
Toch blijk ik van dit soort acties niet zo veel te leren. Ik
werd nl. gisteren door een medicus geadviseerd om vitamine D te gaan gebruiken.
Een slimme meid was direct richting mijn norse vriendin bij het Kruidvat gegaan
maar nee, in al mijn wijsheid naam ik me voor dat ik het vandaag wel kon en
toog richting drogist. De dames aan de balie waren allemaal druk bezig en dus
kon ik mij onopgemerkt verdiepen in het enorme schap vitamine preparaten. Er bleek veel keus en veel variatie dus was ik
even een etiket aan het lezen toen ik achter mij een stem hoorde “kan ik u misschien
ergens mee helpen ?”. De moed zonk mij direct in de schoenen. Overvallen door
haar vraag maakte ik de fout om te vermelden waar ik naar op zoek was. De dame
keek afkeurend naar het potje in mijn handen. Ze begon een betoog over de
chemische toevoegingen in het artikel dat ik vast had om vervolgens een
biologisch en geheel verantwoord alternatief van de plank te pakken. Enigszins
in twijfel zette ik het potje terug en hoorde haar verhaal aan. Het kwam maar half bij me binnen wat ze zei.
Terwijl ze uiteen zette wat er allemaal goed
was in dit biologisch product dwaalde
mijn gedachten af en keek ik om me heen.
Ik zag de prijs van het potje dat ik had terug gezet en wist al dat het
een dure dag zou worden. Terwijl ik de
biologische tabletten afrekende bedacht ik dat ik het mezelf aandoe maar toch
het gevoel heb dat ik genaaid word. Ik stopte mijn portemonee en de tabletten in mijn tas en draaide me om. Volgende keer misschien toch maar weer naar iets minder vrolijke winkels.....
zaterdag 21 december 2013
Bing
Nog een paar dagen voor het weer Kerst is. Ik heb gezellig de boom gezet. Een echte, want
dat ruikt zo lekker. Nou ja, het eerst uur dan. Daarna neemt de lucht van de
boerenkool stamppot het toch over en ruikt de boom gewoon naar ons in plaats
van wij naar de boom. Het gezeul met zo’n boom van de kerstboomboerderij naar
huis, het geprop om dat ding in de auto te krijgen en thuis in de standaard….ik
mopper wel maar vind het stiekem toch gewoon leuk. Elk jaar is het ook een
klein feestje om de doos met kerstversieringen open te trekken en alle
prullaria die in voorgaande jaren verzameld zijn weer in de boom te hangen. Ik
mag van mezelf elk jaar 1 nieuwe versiering kopen. Dat lijkt misschien niet
veel maar als je al 30 jaar geleden op jezelf bent gaan wonen dat snap je dat
de doos inmiddels toch behoorlijk vol zit. Want ik smokkel wel eens met mij
eigen regels. Dat moet kunnen. Als ik het niet aan mezelf vertel dan moet dat
kunnen.
Mijn eerste kerstboom was een kleintje. Ik woonde op een éénkamer
flatje en was dus wat beperkt in de ruimte.
Het budget was nog beperkter dan de ruimte dus ik had bedacht dat ik mijn
lucifersdoosjes (ik rookte als een ketter dus die had ik genoeg) zou inpakken
als kleine kadootjes. Kadopapiertje erom, lintje erom en ophangen. Tijdens het
inpakken van de lucifersdoosjes en
decoreren van de boom had ik gezellig een video op gezet van de film “White
Christmas”. Een prachtige zang- en dansfilm uit 1954 met Bing Crosby en Danny
Kaye waarin de heren voor Kerst afreizen naar een wintersport-oord om daar geen
sneeuw aan te treffen maar wel 2 mooie dames. Aan het eind van de film wacht
sneeuw en echte liefde. Kortom, lekker voor het sfeertje en tegen de tijd dat
bij Bing de sneeuw eindelijk valt, hij en Rosemary Clooney elkaar kussend in de
armen vallen en ik snikkend van ontroering de aftiteling doorspoel was de boom
klaar. Ik moet zeggen, het resultaat was niet onverdienstelijk. De enige investering die ik had gedaan waren
de lichtjes en een piek. Voor de rest was de boom gevuld met ….nou ja…
afvalmateriaal.
In de jaren die volgde werd Bing Crosby een beetje een vast
onderdeel van het opzetten van de boom. De decoratie van de boom werd duurder. Er
kwamen echte ballen en prachtige versiersels en onverminderd ging de piek pas
in de boom als de aftiteling van de film begon. Einde film…boompje klaar. Pas na een jaar of 10 kwam de klad een beetje
in Bing, toen ik een keer “even snel” de boom moest doen wegens andere
afspraken. “White Christmas” duurt toch
gauw 2 uur en snel doorspoelen naar het eind is geen optie. Ondanks dat ik de verhaallijn kan dromen,
hele stukken tekst uit mijn hoofd ken en alle liedjes hardop en niet gehinderd
door enige vorm van talent woord voor woord meezing, wordt er niet doorgespoeld.
Maar door deze ene Kerst zonder Bing bleek de cirkel toch doorbroken. In de
jaren die volgde raakte Bing Crosby een beetje op de achtergrond en werd
vervangen door kinderliedjes cd’s en Michael Buble. De kleurige zilveren en
oranje ballen bleven in de doos en langzaam maar zeker werd mijn kerstboom
klassiek rood gedecoreerd en werden de ballen mooier en duurder. Op de tv
kwamen kerst films als “Home Alone” en “The
Santa Clause”. Het plezier van een boom
uitzoeken en opzetten is er niet minder om. Het blijft één van de leukere
klussen van het jaar en meestal worden direct na het vertrek van de Sint naar
Spanje al de dozen met kerst spullen van de zolder gehaald. Ook dit jaar is de
boom met veel plezier weer opgezet. Aan de voordeur hangt een kerstkrans en er
zitten lichtjes op het keukenraam. Kortom, mijn huis is klaar voor Kerst.
En
toen stuitte ik gisteren, toen ik op Bol.com zocht naar iets anders ineens
tussen de kerstfilms op “White Christmas”. Het voelde echt alsof je na jaren
van afwezigheid een oude vriend onverwacht op straat tegenkomt. Als in een flashback zag ik mezelf ineens die
luciferdoosjes weer inpakken voor mijn eerste boom in dat kleine flatje. Ik
klikte op “in winkelwagentje” voor ik er erg in had. Dus maandag wordt Bing thuis
bezorgd. Mijnboom staat dan al wel. En ik ga hem echt niet eerst weer leeghalen
om hem onder het genot van zoete klanken van Bing’s gezang weer op te tuigen.
Nee, dat gaat zelfs mij te ver. Maar ik heb rustige kerstdagen voor de boeg.
Veel tijd voor mezelf en weinig afspraken. Dus als iemand vraagt wat ik doe met
de Kerst dan weet u het antwoord. Gezellig op de bank …… met Bing.
dinsdag 17 december 2013
Dekbed (geschreven 27-7-2013)
Soms doe je dingen waarvan je achteraf weet : dit was geen slim idee en dit HAD IK VOORAF KUNNEN WETEN !!! Zo hadden mijn oudere zus en ik het plan opgevat om vanmiddag een bezoek te brengen aan het Haarlemse filiaal van de IKEA. Juist……..IKEA…..zaterdag middag….U bent waarschijnlijk slimmer dan ik en doorziet de pijnlijke plek direct. Nou is IKEA echt geen slechte winkel. Ik kom er graag en regelmatig en mijn halve huis is met een inbus-sleutel in elkaar geschroefd dus dat is niet het probleem. Het probleem rust in het feit dat wij niet de enige waren die op deze, wat waterige, zaterdagmiddag IKEA een goed idee vonden. De buitenthermometer stond nog ver boven de 26 graden en de eerste onweersbui was al voorbij gekomen maar dat weerhield half Noord-Holland er niet van en-masse richting de Waardepolder te trekken. Bij aankomst op het terrein was het al zoeken naar een vrije parkeerplek. Dat had een teken moeten zijn dat we drukte konden verwachten binnen. Maar nee, wij wurmde ons tussen de mensen door langs de immense draaideur die toegang verschaft tot het Zweedse interieur walhalla. Er kwam ons een geroezemoes vanuit het Smälland tegemoet die zijn weerga niet kent. Het kinderparadijs dat zo typerend is voor IKEA. Het is de bedoeling dat de kinderen daar fijn kunnen spelen zodat vader en moeder ongestoord hun maandinkomen kunnen besteden. De kinderen worden bij het luikje afgegeven voorzien van naam en telefoonnummer en vader en moeder kunnen met een gerust geweten dingen gaan aanschaffen waarvan wij Hollanders de naam niet eens kunnen uitspreken.
We gingen erheen voor dekbedhoezen voor ons jongste Zusje. Zelf had ik niets nodig en ging slechts “voor het gezellig” mee. Ons Zusje, verstandelijk beperkt, en mijn twaalfjarige zoon waren met ons mee gegaan en vinden beiden IKEA een bijzonder leuke winkel. Je kunt er immers elke stoel en elk bed uitproberen. Je mag in de showrooms overal aankomen, alles dat open kan mag open. Elk keukenkastje is voorzien van de uitnodigende tekst “kijk binnen in !!” en dat wordt letterlijk genomen. Ze gaan ook allemaal open. Al zien we 7 keer dezelfde koelkast van de binnenkant, het staat erop dus ze moeten open. En als mijn zoon een stoel probeert dan moet en zal Zusje dezelfde stoel testen. Wij stelden ons dus in op een langdurige rondgang door het pand. Een rondgang die door IKEA wordt gedicteerd door indringende pijlen op het pad waardoor je geen meter van de winkel kan missen. Wij lieten ons slaafs via de voorgestelde route leiden en volgden de meute. Langs kant-en-klaar ingerichte huisjes kwamen we en langs prachtige opgestelde keukens. In het middenpad bakken en rekken vol spullen waarvan we hiervoor niet wisten dat we er echt niet zonder konden. En wat is het goedkoop ! En dus verdwijnt het één en ander in de handige bijgeleverde gele winkeltas. Zusje lief laat net zo makkelijk een knuffel pandabeer in de gele tas glijden en speurt tussen de keukenspullen naar haar-clipjes die er niet zijn. Het pad leidt ons de trap af naar een lagere etage vol verleidelijke hebbedingetjes voor de keuken en de huiskamer. Bij de dekbedhoezen (daar kwamen we voor) was de inmiddels gescoorde winkelwagen al half vol en proberen mijn zus en ik iets uit te zoeken voor het bed van Zusje terwijl zij verstoppertje wil spelen met zoon-lief. In een poging iedereen in de drukte een beetje bij elkaar te houden, een paar dekbedhoezen uit te zoeken die leuk zijn qua kleur, niet lastig in de was en (alstublieft) 100% katoen, terwijl iedereen aandacht wil en zoon en Zusje vechten om de winkelwagen, voel ik mijn energieniveau zakken. Het geroezemoes om mij heen, het geduw van winkelwagens tegen mijn benen en smalle winkelpaden waar 3 mensen tegelijkertijd doorheen willen, ik wordt er GEK van. En ik bedenk me in een helder moment dat dit zo’n gebeuren is waarvan je vooraf al kunt weten dathet GEEN al te slim idee was….. Mijn jongste Zusje zucht eens diep en ik doe met haar mee. Ik krijg een dikke knuffel en een natte kus van haar en verman me. Dus ik besluit dat IK ga dit winnen ! Ik ga mij niet laten kisten door IKEA, door de drukte of door het hoge luchtdruk gehalte. Hop, we gaan weer verder. Langs de enorme hoeveelheid glaswaren, schilderij lijstjes en handige houten opbergrekken. Dwars door de enorme hoge magazijn stellingen waar alle zelf-bouw kasten en de duizenden bijgeleverde inbussleutels in hoge stellingen zijn opgeborgen. We weten zelfs de koopjes hoek te trotseren ! De kassa rij valt mee. Oudere zus rekent af voor Zusje en terwijl we nog bij de kassa staan besluiten we dat we een ijsje mogen als beloning. Ik ben de volgende in lijn bij de kassa. Terwijl ik de aankopen bekijk die zich voor mijn ogen op de rolband naar de kassa glijden realiseer ik me dat IKEA heeft gewonnen. Ik had immers niets nodig. Ik reken € 72,50 af. Mijn God wat heb ik dat ijsje nodig……
We gingen erheen voor dekbedhoezen voor ons jongste Zusje. Zelf had ik niets nodig en ging slechts “voor het gezellig” mee. Ons Zusje, verstandelijk beperkt, en mijn twaalfjarige zoon waren met ons mee gegaan en vinden beiden IKEA een bijzonder leuke winkel. Je kunt er immers elke stoel en elk bed uitproberen. Je mag in de showrooms overal aankomen, alles dat open kan mag open. Elk keukenkastje is voorzien van de uitnodigende tekst “kijk binnen in !!” en dat wordt letterlijk genomen. Ze gaan ook allemaal open. Al zien we 7 keer dezelfde koelkast van de binnenkant, het staat erop dus ze moeten open. En als mijn zoon een stoel probeert dan moet en zal Zusje dezelfde stoel testen. Wij stelden ons dus in op een langdurige rondgang door het pand. Een rondgang die door IKEA wordt gedicteerd door indringende pijlen op het pad waardoor je geen meter van de winkel kan missen. Wij lieten ons slaafs via de voorgestelde route leiden en volgden de meute. Langs kant-en-klaar ingerichte huisjes kwamen we en langs prachtige opgestelde keukens. In het middenpad bakken en rekken vol spullen waarvan we hiervoor niet wisten dat we er echt niet zonder konden. En wat is het goedkoop ! En dus verdwijnt het één en ander in de handige bijgeleverde gele winkeltas. Zusje lief laat net zo makkelijk een knuffel pandabeer in de gele tas glijden en speurt tussen de keukenspullen naar haar-clipjes die er niet zijn. Het pad leidt ons de trap af naar een lagere etage vol verleidelijke hebbedingetjes voor de keuken en de huiskamer. Bij de dekbedhoezen (daar kwamen we voor) was de inmiddels gescoorde winkelwagen al half vol en proberen mijn zus en ik iets uit te zoeken voor het bed van Zusje terwijl zij verstoppertje wil spelen met zoon-lief. In een poging iedereen in de drukte een beetje bij elkaar te houden, een paar dekbedhoezen uit te zoeken die leuk zijn qua kleur, niet lastig in de was en (alstublieft) 100% katoen, terwijl iedereen aandacht wil en zoon en Zusje vechten om de winkelwagen, voel ik mijn energieniveau zakken. Het geroezemoes om mij heen, het geduw van winkelwagens tegen mijn benen en smalle winkelpaden waar 3 mensen tegelijkertijd doorheen willen, ik wordt er GEK van. En ik bedenk me in een helder moment dat dit zo’n gebeuren is waarvan je vooraf al kunt weten dathet GEEN al te slim idee was….. Mijn jongste Zusje zucht eens diep en ik doe met haar mee. Ik krijg een dikke knuffel en een natte kus van haar en verman me. Dus ik besluit dat IK ga dit winnen ! Ik ga mij niet laten kisten door IKEA, door de drukte of door het hoge luchtdruk gehalte. Hop, we gaan weer verder. Langs de enorme hoeveelheid glaswaren, schilderij lijstjes en handige houten opbergrekken. Dwars door de enorme hoge magazijn stellingen waar alle zelf-bouw kasten en de duizenden bijgeleverde inbussleutels in hoge stellingen zijn opgeborgen. We weten zelfs de koopjes hoek te trotseren ! De kassa rij valt mee. Oudere zus rekent af voor Zusje en terwijl we nog bij de kassa staan besluiten we dat we een ijsje mogen als beloning. Ik ben de volgende in lijn bij de kassa. Terwijl ik de aankopen bekijk die zich voor mijn ogen op de rolband naar de kassa glijden realiseer ik me dat IKEA heeft gewonnen. Ik had immers niets nodig. Ik reken € 72,50 af. Mijn God wat heb ik dat ijsje nodig……
zondag 15 december 2013
Slappe hap (geschreven 13-7-2013)
Ik ben gezegend met wat mijn moeder vroeger noemde “een
snelle stofwisseling”. Of deze uitdrukking op enige vorm van wetenschappelijk
onderzoek is gestoeld, ik betwijfel het ten zeerste, maar haar opmerkingen hadden tot doel mij erop te wijzen dat enige
spekvorming op mijn lijf geen kwaad kon.
Hoe trots mijn moeder ongetwijfeld op mijn overige prestaties is
geweest, mijn maatje 34 kon niet op haar goedkeuring rekenen. Zij zag liever een vrouw met een iets voller
postuur Zeker omdat ze een vorm van
zandloper wenselijk vond voor een vrouw en bij mij de boel van boven naar
beneden een soort van “recht afloopt”. Waar mijn moeder dus liever een maatje meer
zag, heeft menig dame met dat zelfde maatje meer graag mijn postuur. Een twijfelachtige eer dus, want waar er zeker
voordelen aan verbonden zijn kan ik u vertellen dat er ook nadelen aan zitten.
Mensen hebben namelijk de neiging direct toch een behoorlijk vooroordeel te
hebben. Of een directe mening die
eveneens niet op onderzoek gebaseerd blijkt te zijn. Zo constateerde een
collega onlangs dat ik toch echt dit maatje te danken had aan het feit dat ik
nooit (haar woorden) ongezond voedsel at. Ik kon haar direct geruststellen.
Patat is mij niet vreemd, sterker nog voor een goede goulash kroket ga ik
bewust ’s avonds laat nog op pad (en op 1 been kun je niet lopen) en een glas
wijn met een stuk brie (let wel “stuk” niet “stukje”) ga ik niet uit de
weg. Ik zal voor de vorm een paar
crackers erbij nemen maar geloof me, zonder die crackers smaakt het me net zo
lekker. Dit figuur heeft een tweede
nadeel. Er is namelijk geen enkel noodzaak tot sporten. En waar een ander sport
voor het verliezen van calorieën, is dit
voor mij zelfs af te raden. Het gevolg
hiervan is dat ik in de loop der jaren ben uitgegroeid tot een aards lui
individu. Ik heb het niks doen, zeg
maar, tot Olympische hoogte verheven.
Tot voor kort kon ik mij verschuilen achter het feit dat het, zoals
gezegd, niet nodig was. Maar sinds ik rond de 50 ben merk ik dat het lijf zelfs
bij gebrek aan een vet laagje in staat is te verzakken. Het buikvel wordt wat slapper en de
bovenarmen worden wat hangerig. Ook merk
ik in toenemende mate dat mijn conditie echt niet optimaal is. Nu mijn emotionele leven het laatste paar jaar ook
wat roerig was kwam het goede voornemen mezelf eens fors aan te pakken. Zowel mentaal als fysiek. Geleid door het goede voorbeeld van mijn
lieve en sportief behoorlijk actieve zus
heb ik mij ingeschreven bij een
sportschool. En omdat drempelvrees ook mij niet vreemd is begaf ik mij onder
haar leiding naar mijn nieuwe hobby. Echt, het was prachtig om daar binnen rond
te lopen in een goed uitgekozen sport-outfit
en een “kijk mij eens sportief zijn” uitstraling. Fantastisch gevoel. Een minuut of 10 op de loopband (standje
“kleuter-wandeling” en met Dr Phil op de aangesloten TV) was goed uit te houden
dus vol goede moed toog ik naar een prachtig apparaat dat door zus-lief werd
aangeduid als een cross-fit machine. Ik
besteeg het geval en begon enthousiast aan een work-out waar je “U” tegen zegt. Ik zal eerlijk zijn….ik hield het exact
anderhalve minuut vol. Toen lag ik half
dood voorovergebogen op het stuur te happen naar wat mijn allerlaatste teug
lucht leek te zijn. Mijn zus riep,
zonder ook maar een lichte vorm van adem gebrek, dat ze “even haar 20 minuutjes” afmaakt en
peddelde vrolijk door. Ik had diezelfde
20 minuten en een stevige cappuchino nodig om er weer bovenop te komen. Mijn zus ging hierna naar een mat voor een
spiegel waar zij acrobatische toeren begon uit te halen met halters en een
balanceer bal. Ik heb het geprobeerd. Echt. Mijn buikspieren en rugspieren
gilde van plezier. Ik iets minder. Die dag hebben we het wel zeker een uur
volgehouden bij de sportschool. Van dat uur heb ik globaal 40 minuten vol
geklets en geïnteresseerd toegekeken.
Kortom…. gedaan alsof. Ik heb mijn abonnement nog een maand of 3
aangehouden. Ben voor de vorm nog een keer of wat geweest maar bleek al gauw
een soort “stille vennoot” te worden en heb dus maar opgezegd. Er is wel winst behaald uit mijn sportschool
ervaring ! Jazeker. Ik heb bewondering gekregen voor ieder die zich daar in het
zweet werkt, zeker een bovenmatige bewondering voor de dames die voor het
verlies van de kilo’s zich week-in week-uit erheen slepen en de apparaten
kreunend en zwetend bewerken tot ze er zelf bij neervallen. Ik kan het niet. Het blijkt uit dit semi-wetenschappelijk
onderzoek dus maar weer dat met de kilo’s ook het karaker groeit. Ik heb niet de kilo’s, maar dus ook niet het
karakter. Wat we noemen “slappe hap”, met die bovenarmen en met de inzet. Voor mijn zus geldt het niet. Die loopt
fluitend de 4 x 40 kilometer in Nijmegen. Zij wel. Ik volg het ook. Dat
dan weer wel. Op tv. Met onder handbereik een wijntje en een stukje brie. Wat ach, het leven is
te kort om er niet van te genieten !!
zaterdag 14 december 2013
Talent
Ik ben een beetje een laatbloeier. Ik kreeg mijn eerste vriendje pas op mijn 18e.
Brak mijn hart pas voor het eerst op mijn 27e en vond echte liefde
op mijn 33e. Ik was 35 toen ik trouwde en 37 toen ik mijn zoon
kreeg. Nee, je kunt bepaald niet zeggen dat ik een voorloper of trendsetter
ben. Nooit een “haantje de voorste” geweest en zal dat ook niet worden. Na mijn
school rolde ik in een baantje waar ik in ben blijven hangen. Ik deed administratief werk, best leuk maar
niet bijzonder spannend. Pas later in mijn carrière (nog steeds bij datzelfde
bedrijf) rolde ik in een functie die goed bij me past en waar ik ook echt
plezier in heb. Dat heeft dus bijna 20 jaar geduurd. Ik ben dus nooit bewust op
zoek geweest naar mijn talenten en heb alles gaandeweg een beetje over me heen
laten komen. Dat ik een creatieve kant in me heb, heb ik ook pas heel laat in
mijn leven ontdekt. Pas rond mijn 35e
ben ik begonnen met mijn geknutsel en het duurde ook best een poosje voor ik
zelf zag dat ik dat eigenlijk best heel goed kan. Tja, ik vond het zelf heel
leuk wat er uit mijn handen kwam en als een vriendin soms eens vroeg of ik voor
haar iets wilde maken dan streelde dat mijn ego maar ik vond het tegelijkertijd
ook behoorlijk eng. Want wat als ik het verprutste ? Of als ik iets maakte dat
ik dan wel heel mooi vond maar waarvan zij zou denken “prullebak”. Kortom, ook mijn zelfvertrouwen bloeit laat
op. En nu ontdek ik eigenlijk pas het laatste jaar dat ik ook best aardige
dingetjes schrijf. Ook hier strooi ik voorzichtig eerst wat dingen in de
openbaarheid en heb best wat aanmoediging nodig om verder te gaan en trots te
worden op wat er uit mijn vingers komt. Het hebben van een talent op een bepaald
gebied kan dus behoorlijk lang smeulen voor het tot rijping komt. Wikipedia
omschrijft het woord Talent als “aangeboren aanleg”. Maar wat als je niets doet
met dat talent ? Ik kan misschien wel heel goed viool spelen. Ben misschien wel een
natuurtalent. Maar ik vind er niks aan en heb het dus nooit geprobeerd. Dus dan heeft talent ook te maken met “wat vind
ik leuk” en hoe je dat dan ontwikkelt.
Of ga je je talent pas leuk vinden als je het probeert en dus ontwikkelt
? Een beetje een “de kip en het ei”- verhaal. En in hoeverre heeft talent met “iets
kunnen” te maken ? Ik ken iemand die een
aangeboren talent heeft om aan te voelen wat iemand nodig heeft. Zo iemand die
altijd op precies het juiste moment een kaartje stuurt, er is met koffie of een
schouder. Eigenlijk is dat nog een veel
mooier talent dan het kunnen maken van leuke schrijfseltjes. Wat pas dan raak
je iemand waar het belangrijk is. En dan blijkt dat ik ook daarin een
laatbloeier ben, in ontdekken wat nou echt er toe doet in dit leven. Maar beter
laat dan nooit……toch ?
vrijdag 13 december 2013
Kleurenblind
Als ik het internet mag geloven zijn er 1.3 miljoen menen in
Nederland kleurenblind. Er bestaan diverse vormen van kleurenblindheid, de
meest voorkomende is de onkunde om rood en groen van elkaar te onderscheiden.
Lastig lijkt me dat. Vooral in het verkeer. Uit het internet begrijp ik verder
dat deze kwaal vaker bij mannen voorkomt dan bij vrouwen. Allemaal
internetwijsheid dus pin me er niet op vast. Toch geloof ik op gevoel af wel
dat het zo is. Ik heb genoeg mannen van dichtbij meegemaakt om de wonderlijke
kleding combinaties te herkennen waar ze mee naar beneden komen en de scherpe
vrouwenstem die volgt : “ga je echt DAT dragen ?”. Wij dames hebben toch een
beetje andere kijkt op wat volgens ons kan en niet kan in de wereld van
gecombineerde kleuren.
In mijn jeugd was het absoluut “not done” om groen en blauw
te combineren. Rood droeg je niet als je rood haar had en rood combineerde je
ook niet met oranje. Ondenkbaar ! Tegenwoordig is geen enkel kleurcombinatie
uitgesloten. Als ik soms op straat loop denk ik zelf wel eens dat we iets te
ver zijn doorgeslagen. Maar goed, mijn kledingsmaak is wat conservatief dus wie
ben ik om er wat van te denken. Toch mag ik van mezelf wel zeggen dat ik een
goed oog voor kleuren heb. Ik kan aardig schilderen en decoreren en zoek
makkelijk goede kleurcombinaties uit. Ook kan ik met een basis pakketje acrylverfjes
(ik heb er “slechts” en stuk of 10) een behoorlijk pallet aan kleuren mengen om
mee te decoreren. Lavendelblauw,
vermillioen rood of citroengeel, het heeft voor mij niet zo veel
geheimen. Op gevoel kan ik een paar dotjes verf bij elkaar zetten om het goede
palet te vinden. In het zakenleven bij de bank heb ik er niet zoveel aan maar
bij het schilderen is het reuze handig.
Toch zat ik van de week even behoorlijk in dubio. Ik wilde
nl. al een poosje mijn huiskamermuren voorzien van een ander kleurtje. Ik toog
dus naar de plaatselijke bouwmarkt met een kleur in mijn hoofd die ik gezien
had op tv, in een bepaalde reclame, in de hoop dat ik in het beperkte
Praxis-assortiment precies die ene nuance groen zou kunnen terugvinden die op
tv zo prachtig oogde. Bij de eerste bouwmarkt werd mijn hoop al behoorlijk op
de proef gesteld. De “betaaldbare” verven, voor zover aanwezig, kwamen in
brandweerrood, helgeel en hemelsblauw, en de echt prachtige tinten kalkverf
bleken mij op de rand van faillissement te brengen. Beide dus geen optie. Maar
aangezien ik niet voor 1 gat te vangen ben, en hoofddorp in het rijke bezit is
van meerdere bouwmarkten toog ik fluitend naar nummer 2 op mijn lijstje. Hier
bleek het assortiment exact hetzelfde met dito prijzen. Enig geslenter later
was mijn humeur een prachtige, maar
trieste, nuance grijs en mijn voeten
gezwollen en licht lavendel-blauw van de vele gangpaden die ik doorkruist had.
Bij de karwei vond ik in het huismerkschap een kleur groen waarvan ik ineens
bedacht dat het dan misschien niet precies was wat ik zocht maar toch zeker een
goede 2e keus. “Jade-groen” las ik op de verpakking. Een hoopvolle omschrijving
van een soort licht mosgroen/grijs voorbeeldje op de bovenkant van het deksel. “Prettig”
dacht ik, en netjes geprijsd. Om het geheel af te maken kocht ik plinten (sinds
ik 6 jaar geleden in dit huis trok hebben de muren nog geen plintje gezien) en
sierlijsten voor het plafond, want als ik iets doe dan doe ik het goed. Ik
rekende een klein vermogen af bij de kassa maar ging toch goedgehumeurd
richting klus-gebied. In een paar uur tijd heb ik de ene kant van de woonkamer
geschilderd. In een kleur die dus op de verpakking voor “jade-groen” moest
doorgaan maar waarvan ik bij de eerste streek op de muur al dacht, “wow : blauw”. Maar goed, het moet nog
drogen. En lamplicht. Dus wat niet is kan nog komen. Enige tijd later begonnen
stukjes muur netjes op te drogen en bleef ik het gevoeld houden : “blauw”. Een
beetje ijsblauw in een lichte tint maar onmiskenbaar blauw. Ik heb het van
diverse hoeken en lichtinvallen bekeken maar kon er met de beste wil van de
wereld geen groen van maken. Een snel
ge-whats-appte vriendin vond het op de foto groen maar de boekhouder (op bezoek
voor andere zaken) vond het blauw. Maar ja, dat is een man en dus misschien wel
die ene op de 20 die kleurenblind is.
Ik besloot er niet langer over te piekeren en te genieten
van het feit dat het eindresultaat wel degelijk heel mooi werd. Ik moest voor
een afspraak de deur uit en liet de boel dus maar even de boel. Dat zou ik wel
zien als ik terug kwam. Enige uren later
bleek bij terug komst de muur prachtig gedroogd. Ook de sporen van de kat, die duidelijk met
zijn pootje in de verf had gestaan en daarna gezellig naar de keuken was
gewandeld was goed gedroogd. Het spoor kattenpootjes van de kamer naar de
keuken op mijn plavuizen was een prachtige nuance ijs blauw. Of, zag ik, toen
ik er met mijn neus bovenopzat om het schoon te schobben, toch Jade groen ? Hmmmm….
Kettingbrief
Vandaag kreeg ik een kettingbrief over mijn telefoon. Ik ken dit fenomeen nog van vroeger toen we op
school, tijdens de wiskunde les, noodzakelijk maar bijzonder langdradig, de tijd probeerde te verdrijven met alles wat
maar niet met wiskunde te maken had. Getekende doedeltjes in je agenda,
stiekeme gefluisterde gesprekjes met je vriendin of kleine briefjes met
krabbeltjes waar in stond wie “op” wie was.
Deze laatste gingen dan vooral gepaard met veel gegiechel en
geheimzinnigheid. Soms kreeg je wat uitgebreidere brieven en heel soms, echt
heel af en toe, een ketting brief. Begon dat nog onschuldig, met beloftes van
veel brieven terug met recepten of iets dergelijks, later begonnen deze
kettingbrieven best wat serieuzer van aard te worden. Dreigementen soms dat je
nooit je ware zou tegen komen als je niet minimaal de brief aan 3 mensen
doorzond, tot ware nachtmerries op
papier waarin vermeld werd dat de wereld zou vergaan als jij niet 10 mensen in
5 uur tijd zou berichten van het nut van de brief. Ik heb er nooit veel mee
gedaan. Toen ik de eerste keer, met toch wat zenuwen in het lijf, de tijdslijn
keurig uit wachtte en de wereld nog bleek te bestaan en we, hoe vervelend, nog
zo’n dodelijk saaie wiskunde les moeten door worstelen, heb ik ontdekt dat de
geloofwaardigheid van de brieven schuilt in de onschuld van de lezer. Het is
wat jij er van maakt. Dat is de boodschap. Niet meer en niet minder.
Toch blijft de kettingbrief zo af en toe opduiken. Tussen
mijn 20e en 45e levenjaar is het wat naar de achtergrond
geraakt maar met de komst van Hyves en later Facebook blijkt de kettingbrief
nieuw leven in geblazen. Op Facebook is
de meest bekende kettingbrief de volgende
boodschap. “Klik en deel dit bericht en maak kans op deze prachtige
tablet/telefoon van merk ..bla…”. U herkent wellicht het soort berichten en heeft
zelf misschien wel eens hoopvol gereageerd maar heeft u ooit iemand ontmoet die
via zo’n facebook bericht echt iets
gewonnen heeft ? Ik persoonlijk niet en ook in mijn omgeving heb ik er nog
nooit iemand over gehoord. Gewoon reclame dus. Dat geeft niets zolang we het
als zodanig herkennen. Een kettingbrief met een doel, gemaakt door iemand met
een doel. Producten verkopen. Maar de kettingbrief van vanmiddag was van een heel
ander kaliber. Iets over 2 engelen waar ik in moest geloven en die
vannacht 2 zaken voor mij gaan regelen.
En dat als ik het negeer dat ik dan “op
de proef” gesteld wordt. Maar als ik het
aan 10 vrienden stuur (inclusief de afzender) dan zal het mijn beste dag ooit
zijn, zo wordt mij beloofd. Ik vraag mij
dan toch altijd af wie er aan de wortel van zo’n boodschap staat. Met wat in
het achterhoofd ? Ik kan met de beste wil van de wereld niet verzinnen waarom
iemand er nut in ziet om zo’n tekst te gaan zitten typen en de wereld in te
slingeren. Wat wil je “verkopen” met
deze tekst? Ik kan het er niet in ontdekken. De lieve vriendin die mij de boodschap zond krijgt hem niet retour.
Niet omdat ik onze vriendschap niet op waarde schat maar omdat ik gewoonweg
niet aan deze vorm van “reclame” waarde toeken. Want komt de boodschap uit ?
Voor 50 % van de mensen wel en voor de andere 50 % niet. Zo simpel is het. Er is altijd een percentage
mensen voor wie morgen een nare dag volgt. En andere groep die een “beste dag
ooit” beleeft. Het blijft een kwestie van kans berekening. En mijn kansen
? Ook dat blijft rekenen en daar ben ik
niet zo goed in. Als ik nou vroeger maar eens wat beter had opgelet bij
wiskunde……
Abonneren op:
Posts (Atom)