Op sommige dagen heb ik zo’n enorme hekel aan Facebook. Neem
vanmiddag. Uit mijn werk vandaan even bij een lieve vriendin langs geweest.
Gezellig kopje thee, lekker even kletsen. Dat is echt contact en even gezellig.
Maar er wachten mij nog dagelijkse taken en een zoon die uiteindelijk ook wel
iets te eten wil dus ik hijs me tijdig uit de comfortabele bank en zoek mijn
jas op. Vriendin geknuffeld en samen geconstateerd dat het natuurlijk weer veel
te kort was en zoveel dingen niet verteld. Zo gaat dat met vriendinnen. In de
auto bedenk ik me al dat ik beter direct even langs een supermarkt kan gaan
zodat ik straks niet meer de deur uit hoef. Dus een winkel opgezocht en me
laten inspireren door de dingen die ik zie. Het is vrijdag, dan mag het eten
bij ons thuis iets makkelijks zijn. Met shoarma vlees en dito broodjes in de
tas richt huis getogen. Mijn zoon bleek al uren thuis te zijn en zat lekker een
beetje achter zijn Xbox. Een plek waar ik hem ongeveer kan uittekenen dus dat
was geen verrassing. Tot zover heb ik alles best lekker in de hand. Een
prettige middag zult u denken, en waar zeurt ze over. Maar ja, thuis gekomen ga
ik “even” mijn mail controleren. Mijn mobiel gaat boven direct aan de oplader
van de computer. Ik start outlook en terwijl mijn mail programma de boel aan
het binnen harken is zie ik mezelf al op het internet-icoontje klikken. Ik weet
dat ik het niet moet doen, verslavend en nutteloos, u heeft gelijk, maar mijn
muis gaat gretig richting de snelkoppeling van Facebook. Een snelle, korte klik en ik ben in de wereld
van de social media. Aan mijn blik rollen de statussen van bekende en semi
bekenden voorbij. Filmpjes en gedeelde spreuken, grappige foto’s en reclame van
een afslankmiddel. Loes heeft spaghetti
voor vanavond in gedachten en Henk gaat met zijn Truus naar een voorstelling in
de plaatselijke schouwburg. Mijn zus heeft een servies onderdeel aangeschaft
(geen verassing maar dat is een verhaal op zich) en een oud-collega post dat ze
vandaag 37 jaar getrouwd is. Ik bekijk de bijgevoegde trouwfoto’s van 2
piepjonge mensen die hoopvol en blij de camera inkijken. Haar herken ik, voor
hem moet ik iets beter kijken. De mailbox is vergeten. Ik klik op het profiel
van de ex-collega en zie dat ze vorige week uit eten is geweest en een dag met
hoofdpijn heeft gelopen. Op één van de “uit-eten” foto’s zijn meer ex-collega’s
te zien en vrolijk klik ik verder. Ik zet een kort commentaar bij het verhaal
en klik op “like”. Ik realiseer me dat het een soort gluren is, dit
Facebook-browsen. Je neemt een kijkje in de levens die je kent en ziet hun
hoogte en dieptepunten. Al klikkend kom ik uit bij mensen die ik helemaal niet
ken. Foto’s van feestjes waar ik niet ben geweest en kinderen die ik niet heb
horen lachen. We zijn er zo aan gewend dat we bij iedereen binnen kunnen kijken
dat je je misschien er niet eens bewust van bent dat deze foto’s natuurlijk
helemaal niet bedoeld zijn voor ons, onbekenden. Ik klik verder en kom weer een
oude bekende tegen. Zij heeft een filmpje geplaatst en bij de melding de tekst
gezet “zakdoekjes pakken hoor meiden !!”. De link leidt naar YouTube waar een
trotse moeder een filmpje heeft gezet van haar dochtertje die in de auto moet
huilen bij een zielige verhaal. De Amerikaanse moeder had dit volgens mij nooit
bedacht toen met haar telefoon dit filmpje maakte. Dat hier in Nederland,
maanden na dato vreemde vrouwen en-masse gaan zitten janken om haar dochter. Ik
kijk het filmpje uit en veeg mijn tranen weg. Een tweede filmpje wordt onderaan
het scherm aangeboden. Een derde filmpje en meer…. En telkens als ik er een
aanklik weet ik vooraf dat het janken wordt of griezelen. Ik klik en kijk ze
toch. Mijn oog valt op de klok. Chips….. ik zit dus al 40 minuten te
“facebooken”. Mijn mail. Dat was het doel van de computer. Ik raap mezelf bij
elkaar, snuit nog even mijn laatste tranen weg en klik naar outlook voor mijn
mail. 17 mailtjes om door te worstelen. Ik begin bovenaan en probeer me te
concentreren op de inhoud. En kort geluidje uit mijn computer geeft aan dat
iemand op Facebook iets heeft gedaan in een bericht. “Poeloep”. Zo klinkt het.
Ik klik weg van mijn half gelezen email om te zien wat er gaande is op Facebook.
Een andere ex-collega blijkt ook de foto’s van de trouwerij van zo lang geleden
gevonden te hebben. Ze vind het leuk ons allemaal tegen te komen en hoe is het
nu met ons? Ik type er kort iets onder en klik weer op mijn mail. Even
overnieuw, deze laatst gelezen mail. “Poeloep’ doet de computer. Gewoon
doorlezen Conny, denk ik bij mezelf. Negeren die hap. En dan
“Poeloep…….poeloep”. Mijn nieuwsgierigheid wint het. Er blijken meer oud
collega’s te kijken en er heeft er 1 een vriendschapsverzoek gestuurd. Ik accepteer
en bekijk haar profiel. Ze is weinig veranderd. Zo te zien nu 2 kinderen en een
heel ander soort baan, leuk….. Oh ja, mijn mail. Het duurt nu 3 minuten en 4
mails voor Facebook weer roept. Ik geef het op. Ik klik op het rode kruisje
rechtsbovenin mijn scherm en sluit de computer af. Avondeten en dan niks. Dat
is het plan. Mijn mobiel verdwijnt in de kontzak van mijn spijkerbroek en ik
doe de lichten boven uit. Terwijl ik naar beneden loopt hoor ik uit vanuit mijn
kontzak het bekende “poeloep”…… en met een zucht trek ik mijn telefoon
tevoorschijn. Facebook…… zo leuk maar soms zo irritant….. “Uit” is dan de enige
goede optie. Ik veeg met mijn duim over het scherm en wil Facebook afsluiten.
Mijn duim aarzelt en hangt boven het nieuwsoverzicht en terwijl ik weet dat ik
het gewoon uit moet zetten klik ik langzaam maar zeker op het icoontje. Zal ik
het ooit leren ?
vrijdag 28 november 2014
zaterdag 15 november 2014
Het leven is een schouwtoneel ....
“De wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en
krijgt zijn deel”…. Mooie woorden van Joost van den Vondel. Diep in de 17e
eeuw heeft hij de woorden ergens opgeschreven en ze bleven plakken in de
geheugens van mensen door de jaren heen. Het citaat speelt door mijn hoofd.
“Het leven is een schouwtoneel…”. Wat ben je echt en wat is gespeeld ?
Vorige week was ik bij de halfjaarlijkse uitvoering van de
amateur toneelvereniging in mijn geboortedorp. Op de planken werd door de
spelers een klucht in elkaar gedraaid van heb-ik-jou-daar. Ik hou ervan. Een
ouderwetse klucht waarin van alles mis gaat, mensen continue op- en af gaan van
het toneel en alles zo rond het einde van het tweede bedrijf in de soep dreigt
te lopen. Natuurlijk komt het allemaal in het derde en laatste bedrijf helemaal
goed. Iedereen houdt weer van elkaar en alle misverstanden zijn uit de wereld.
Als het goed wordt gebracht is het voor de mensen in de zaal een genot om naar
te kijken. Een garantie voor buikpijn van het lachen.
Al vanaf mijn jonge jaren ben ik geboeid door amateurtoneel.
Er waren in ons dorp 2 verenigingen. De katholieke en de gereformeerde. De kerk
waar je bij hoorde bepaalde welke vereniging je je bij aansloot. Al vroeg
bezocht ik de toneelavonden bij “onze” katholieke club. Een leuke avond met een
leuke voorstelling. Je kocht in de pauze lootjes van de spelers, voor de
loterij. Met de opgebrachte gelden werd de hele zaak gesponsord. Altijd een
gezellige avond en altijd “bal - ná”. Oftewel, er was een bandje en er kon
gedanst worden. De avonden verliepen allemaal een beetje in hetzelfde patroon maar
dat gaf dan ook garantie voor gezelligheid. Zelf had ik best zin om mee te doen
maar verlegen als ik was durfde in me echt niet aan te melden. De onzekerheid “…kan
ik dat wel…?” en gebrek aan zelfvertrouwen “….ze willen me vast niet erbij”,
maakte dat ik op de uitvoeravonden met een dubbel gevoel op mijn stoel in de zaal zat. Oh, wat vond ik het
leuk en oh…. Wat wilde ik dat ook graag … !!!
Een vriendin van school was minder onzeker en ging zich
aanmelden. Jammer genoeg was zij gereformeerd en zo zat ik ineens met mijn
katholieke kont op een gereformeerde stoel in een hele andere zaal naar een
zelfde toneelstuk te kijken. Verwarring alom, want hier bleek het ook leuk. Maar
het past niet in mijn plaatje. Toen de vriendin na het sluiten van het doek de
zaal in kwam had ze een gezellige mededeling. “Ik heb gezegd dat jij ook mee
gaat doen”. Paniek sloeg toe, maar ook een gevoel van spanning. Want echt, het
leek me enig !! Zo kwam ik, 17 jaar, voor mijn eerste repetitie avond bij de
gereformeerde vereniging. En in het echt bleek alles nog veel leuker dan ik had
kunnen bedenken. Mijn eerste rol vereiste een spraakgebrek en een lullige
lichaamshouding, wat mijn zelfvertrouwen
niet ten goede kwam. De man die mij als tegenspeler werd toebedeeld was net nog
onzeker als ik en stuntelig stonden we tegenover elkaar. Grappig genoeg was het
precies wat het toneelstuk vereiste en werd het een daverend succes. Een
vriendelijke maar zeer strenge regisseuse leerde mij de kneepjes van het
toneelvak. “Néém het toneel, gebruik de ruimte”, ik hoor haar stem nog in mijn
hoofd als ik eraan denk. Ik leerde wat het voor-plan is (zaal-kant van het
toneel) en dat rechts-af-gaan betekent dat je rechts door de deur het toneel
verlaat. Daarbij is dat rechts vanuit de zaal gezien dus voor veel van de
spelers betekent rechts-af-gaan dat je links het toneel verlaat. Verwarrend als
je net begint maar gedachteloos gebruikt na een jaar of wat. Ik leerde grimeren
en de geur van schmink kennen en de spanning in je buik voor het doek open
gaat. Ik maakte kennis met het bijzondere gevoel van voor de voorstelling op
het toneel zitten en luisteren het geroezemoes van de zaal die langzaam
volloopt. Ik leerde vertrouwen op mijn geheugen voor de teksten en de loopjes. Ik
maakte vrienden. En ik leerde er de man kennen met wie ik 9 jaar later zou
trouwen. Kortom, de gereformeerde toneel vereniging heeft mij, als katholiek
meisje, veel gebracht.
Met een kleintje op komst en druk met werk en een jong gezin
kwam toneel een beetje op de achtergrond. Ik besloot te stoppen bij de
vereniging. In de jaren bij de gereformeerde club bleef ik trouw de
toneelavonden van “mijn eigen” katholieke vereniging volgen. Ik hoefde zelf
niet meer zo nodig maar het bleef zo leuk om te gaan kijken naar de
voorstellingen. Maar het bloed kruipt waar
het niet gaan kan en toen er meer ruimte kwam in mijn agenda begon het
natuurlijk toch weer te kriebelen. En op een avond werd ik gebeld door een mij
onbekende man die zich voorstelde als de voorzitter dan de katholieke club. Ze
zochten acuut een grimeur en wisten dat ik de kneepjes van het grime-werk
kende. Kon ik invallen ? Ik zei “ja” en
dacht voor 1 voorstelling bij te springen.
Maar zoals die dingen gaan…. Je snuift weer aan de geur van het toneel
en gaat ongenadig voor de bijl. Ik heb er een jaar of 8 gegrimeerd. Ook enig om
te doen. Niet op de planken, niet meer nerveus voor een voorstelling maar
lekker ontspannen mee genieten van het toneel. Onveranderd konden de mensen
genieten, onveranderd was er een loterij met prijzen en onveranderd : bal – ná.
Lekker ontspannen op een muziekje en op de dansvloer. Opnieuw gooide vorig jaar
mijn agenda roet in het eten. De repetitie avonden bleken echt niet meer de
passen in mijn hectische bestaan en dus besloot ik na enig nadenken te stoppen
met toneel. De juiste beslissing. Maar met pijn in het hart genomen.
En zo zat ik vorige week zaterdag in de zaal te kijken naar
de mij vertrouwde spelers, in de voor mij vertrouwde zaal. Een toneelstuk dat
ik niet kende maar al halverwege het eerste bedrijf was ik mijn dagelijkse
beslommering vergeten en zat ik genietend in mijn stoel. De sfeer van het stuk,
de juiste timing en de kleine missertjes maken amateurtoneel voor mij
bijzonder. Misschien wel meer dan een avond in Carré bij Joep of Bertje Vis. Ik
kocht mijn lootjes in de pauze en zag na afloop de prijzen om mij heen verdeeld
worden. Met lege handen en een vol hart liepen we naar de naastgelegen kroeg waar
de band al wachtte voor het “bal-ná”. Toneel….. een liefde voor het leven.
Abonneren op:
Posts (Atom)